Telefoon +32 52 35 35 30
Ligging Opwijk, België
E-mailadres info@zorgvoorjedier.com

Wij verzenden binnen de BeNeLux - Naar de Shop

Zorg Voor Jongen Dieren

Informatie over jonge dieren

Jonge dieren hebben andere behoeften dan hun volwassen soortgenoten. Zij zijn gevoelig voor energietekort, onderkoeling en infecties. Hun immuunstelsel is nog in volle ontwikkeling. Wij geven hier een overzicht van een aantal zaken die u in acht moet nemen wanneer u een jong dier in huis heeft.

Dieren jonger dan twee weken zijn niet in staat om te rillen. Je ziet dus niet als ze het koud hebben. De ideale omgevingstemperatuur is: 1 week 30 graden, 2 weken 27 graden, 3 weken 24 graden, 4 weken en ouder 21 graden.

Jonge pups en kittens hebben veel slaap nodig. Ze slapen tussen de voedingen door. Als u meerdere moederloze pups of kittens heeft dient u op te letten dat ze niet aan elkaar zuigen. Anders moet u ze enkele dagen scheiden.

Wij bespreken

  1. Moederloze dieren
  2. Verzorging en opvoeding jonge dieren
  3. Het gedrag van jonge dieren
  4. Voeding

De melk dient warm gegeven te worden (lichaamstemperatuur, 38 graden). Gebruik het liefst afgekookt water of mineraalwater uit een fles. Wanneer blijkt dat de pup/kitten veel ‘roept’ tussen de voedingen door, dan kan het goed mogelijk zijn dat hij te weinig voeding krijgt, het te koud of te warm heeft.

  • Voedingsschema kittens en pups
    Je gebruikt ongeveer 8 cc melk per 25 gram lichaamsgewicht van een katje per dag. Dus stel: een kitten weegt rond de 200 gram, dan heeft het ongeveer 64 cc melk per dag nodig. Dit is een leidraad, geen eis.

1 week ca. 110 gram 8 keer
2 weken 200 gram 6 keer
3 weken 300 gram 6 keer
4 weken 400 gram 4 keer melk, 1 keer vlees
5 weken 500  3keer melk, 2 keer vlees

Kittens vanaf de leeftijd van 6 weken krijgen 4 keer per dag te eten. Op een leeftijd van 8 weken staan de kittens volledig op vaste voeding en water.

Als een kitten genoeg heeft gedronken, zie je dat vaak aan de belletjes om zijn bekje. Bij omschakeling naar vast voer altijd eerst gemalen vlees geven.

  • Het hanteren van een flesje
    Maak een klein gaatje in de speen, mocht dit nog niet gedaan zijn. De melk moet er druppelgewijs uitkomen. Maak na elke voeding het flesje goed schoon met de bijgeleverde borstel.
    Leg een handdoek op uw schoot en leg de kitten op z’n buikje. Houd z’n kopje iets schuin omhoog en leg de speen op z’n tong. Let op dat de kitten daadwerkelijk drinkt. Komt er melk uit z’n neusje, dan is het gaatje in de speen te groot. De kitten stopt meestal vanzelf als het genoeg heeft. Overvoeden is slecht voor de kitten. Het is zelfs beter de eerste dagen iets minder te geven dan normaal. NB: Geef een kitten NOOIT een flesje op zijn ruggetje, dit kan dodelijk zijn. Er kan melk in de longetjes komen.
    – Wanneer de kitten te zwak is om te zuigen aan de fles, dan kan een druppelpipet uitkomst bieden.
  • Na de voeding
    Als een kitten of pup genoeg melk heeft gehad, moet u net als mensenbaby’s het jong tegen uw schouder houden om het te laten boeren. Daarna moet u de buik en anaalstreek masseren. Dat doet normaal de moeder bij haar jongen met de tong om het plassen en het ontlasten te stimuleren. De tong wordt in dit geval vervangen door een handdoek, keukenrol of prop watten. Maak deze eerst warm-vochtig. Masseer hiermee de buik en anaalstreek.
    Wanneer de kittens op hun pootjes staan en vast voedsel tot zich nemen, dan is het tijd voor de kattenbak-training. Zet ze na iedere voeding even op de kattenbak, zodat de bedoeling na verloop van tijd duidelijk wordt
  • Bijvoeren
    U begint met bijvoeren van vaste voeding als de jongen ong. 4 weken oud zijn. Het vlees moet goed fijngeprakt worden. Beter even met de mixer fijnmalen. U kunt ook rijstebloem of brinta door de melk mengen. Let op: rijstebloem werkt stoppend, brinta laxerend. Handig om te weten wanneer het jong bv diarree heeft, dan geeft u rijstebloem. Wordt dit goed verdragen en vraagt de kitten om meer, dan kunt u de hoeveelheid opvoeren. Droge brokjes kunnen eerst geweekt worden alvorens ze te geven.
  • Diarree
    De omschakeling op vaste voeding kan diarree veroorzaken. Voer dan de vleesvoeding niet te snel op. Zijn de jongen al 5 weken oud, geef dan voorlopig geen melk meer. Geef het jong licht verteerbaar voedsel. Kip, witte vis, bouillon, rijst, rijstewater zijn licht verteerbaar. Meng bv. wat fijngemalen kip, rijst, rijstewater en door elkaar. Geef electrolyten door het drinkwater of door de melk. Opname van vocht en mineralen is erg belangrijk i.v.m. het vele vochtverlies via de ontlasting bij diarree. De diarree dient na 24 uur over te zijn.
    Kleur van diarree
    Dunne gele diarree: evt door overvoeding.
    Witte stukjes in diarree: evt. intolerantie melk
    Sterk ruikende diarree: Bacteriële of virale infectie
    Groenige diarree: voeding gaat te snel door het lichaampje. Absorbeert slecht. overvoeding.

Grijsachtige diarree: ernstiger, uitdroging.

  • Obstipatie
    Indien flessenkindje last van obstipatie heeft, voedt het vaker kleinere hoeveelheden. Jongen die last van obstipatie hebben, hebben een harde buik, schreeuwen, kunnen braken en hebben duidelijk pijn. Verdun de melk en voeg enkele druppels plantaardige olie door de melk. Evt alleen electrolytwater geven. Ga ALTIJD naar een dierenarts!
    Jongen vanaf 2 ½ week mogen isokel door de melk krijgen bij diarree of verstopping. Een snufje enterol is ook mogelijk (verkrijgbaar apotheek).
  • Onderkoelde jongen

Wanneer ze ondertemperatuur hebben (onder 35 graden), warm ze langzaam op. Ze mogen nog geen voeding hebben. Een verpakte warme kruik en de doos wat afsluiten, of een warmtelamp. Pas als de kitten wat op temperatuur is, dan pas mag het voeding hebben.

A. Medisch

  • Ontworming
    Ontworm je dier vanaf vier weken oud en herhaal dit tot ze zes maanden zijn.
  • Vaccinatieschema Een puppy of kitten moet zijn eerste vaccinaties krijgen als hij 6 weken, 8/9 weken, 12/13 weken en een jaar oud is.
    • De pup:

Op 6 weken: puppyenting tegen Hondenziekte en Parvovirose

Op 9 weken: inenting tegen Parvovirose en Rattenziekte, Hondenziekte, Hepatitis en Kennelhoest.

Op 12 weken: herhalingsinenting tegen Parvovirose, Rattenziekte, Hondenziekte, Hepatitis en Kennelhoest.

Daarna moet jouw hond jaarlijks worden gevaccineerd tegen de ziekte van Weil en tegen ernstige ziektes zoals het parvovirus, hondenziekte, infectieuze leverontsteking en tegen kennelhoest. Ten slotte moet je hond worden ingeënt tegen hondsdolheid (ook wel Rabiës) wanneer hij de grens over gaat. De vaccinaties worden opgeslagen in het EU-paspoort van je hond. Dit is belangrijk wanneer je met je hond naar het buitenland gaat.

    • Het kitten: Het is absoluut noodzakelijk om uw kitten te laten inenten. Dit beschermt haar tegen levensbedreigende ziekten. De meeste dierenartsen raden een combinatievaccin (‘cocktail’) aan dat wordt gegeven wanneer uw kitten rond de 8-9 weken en rond de 11-12 weken oud is. Hiermee wordt uw kitten tegen gevaarlijke ziekten beschermd zoals kattenleucose, niesziekte en kattenziekte. Kittens die moederloos zijn opgevoed worden best vroeger gevaccineerd, nl. op zes weken.

 

B. Verzorging

Gewenning: Om uw dier goed te kunnen verzorgen, is het belangrijk dat de dier eraan gewend raakt om overal aangeraakt te worden. Het liefst door zoveel mogelijk verschillende personen. In het eerste jaar van een pup-kitten zal hij geregeld bij de dierenarts komen, en zal hij veel aangeraakt worden. Een goede verzorging zorgt voor een betere, hechtere band tussen hond en baas.

Verzorging van het lichaam: Kammen en borstelen is een belangrijk onderdeel van de verzorging van uw pup. U moet hem zo vroeg mogelijk hieraan laten wennen. Als u uw hond wekelijks kamt blijft zijn vacht schoon en fris. Tijdens het kammen kunt u goed kijken of de hond parasieten heeft, of dat zijn huid rood is. Regelmatig borstelen en kammen is essentieel voor honden. Hierdoor worden niet alleen losse haren, vuil en parasieten verwijderd, maar de bloedtoevoer naar de huid wordt tevens gestimuleerd. De juiste borstel is afhankelijk van de vacht van uw hond. Zie hierover bij vachtverzorging. Een keer per 3 maanden kunt u uw hond wassen met een speciale honden shampoo om zijn vacht weer helemaal fris te laten ruiken. Dit moet u niet te vaak doen, omdat de hond een vettig laagje heeft die zijn lichaam vanzelf schoon maakt.

Verzorging van de oren: U mag de oren van een hond nooit schoonmaken met een wattenstaafje. Heeft de hond last van zijn oren dan kunt u ervoor kiezen om speciale honden oordruppels in zijn oren te doen. Deze dient u 1 tot 2 minuten in te masseren. Vastzittend oorsmeer komt op deze manier los. Pak een tissue (snoetendoekjes uit de supermarkt) en haal rustig met het doekje de smerigheid eruit.

Verzorging van het gebit: Om het gebit van uw hond te controleren, moet hij gaan zitten. Hetzelfde geldt ook voor de kat, maar de praktijk leert ons dat katten minder vlot hun tandjes laten verzorgen door mensen. U gaat naast uw hond zitten, en legt rustig uw ene hand onder de snuit van de hond, terwijl u uw andere hand boven de snuit legt. Vervolgens trekt u de bovenlippen voorzichtig omhoog, zodat de tanden zichtbaar worden. Let erop dat u uw handen niet voor de ogen van de hond houdt. Beloon de hond als hij het goed doet. Blijft de hond rustig en accepteert hij het als u zijn gebit mag zien, dan kunt u proberen om het gebit van uw hond met een kindertandenborstel te gaan poetsen. Gebruik bij het poetsen een speciale honden tandpasta (deze kunt u kopen bij de dierenwinkel). Op een leeftijd van ongeveer drie maanden begint uw puppy met het wisselen van de tanden. Om dit te stimuleren heeft hij behoefte om te kluiven. Door het verstrekken van kauwmateriaal voorkomt u dat uw puppy bijvoorbeeld aan het meubilair of schoenen begint.

Laat een pup en zijn gewrichten rustig volwassen worden: Bij de lichamelijke ontwikkeling van honden kan er al in een vroeg stadium iets misgaan. Té lange wandelingen zijn niet goed voor een pup liever een paar keer per dag een korte wandeling en één al te lange wandeling. Vuistregel: de leeftijd van de hond in weken = het aantal minuten van de wandeling. Daar komt iedere week dus een minuutje bij en zo bouwt u de hoeveelheid beweging geleidelijk op. Verder is het belangrijk dat uw pup vanaf het begin de juiste voeding krijgt. Voeding van mindere kwaliteit en met name een scheve verhouding tussen de hoeveelheid calcium en fosfor kunnen gewrichtsklachten in de hand werken. Zeker als u een pup hebt van een groot ras, kan aangepaste voeding veel problemen voorkomen.

Gedurende de eerste 12 weken van zijn leven leert uw puppy de meest belangrijke basisgedragingen, zowel van de moederhond als van u. Deze socialisatieperiode is zeer belangrijk en is bovendien bepalend voor de rest van zijn leven. Het is dus van groot belang dat de puppy rustig de tijd krijgt om alle indrukken te verwerken. Veel genegenheid, een eigen plaats en een rustige omgeving zijn daarom belangrijk. Probeer hem niet te veel op te pakken, maar laat hem juist naar u toe komen. Honden zijn van nature sociale wezens, daarom hebben zij behoefte aan aandacht. Soms is het moeilijk om de verleiding te weerstaan, maar laat uw puppy altijd naar u toekomen. Op die manier weet uw puppy dat u de baas bent. Als u hem oppakt, doe het dan op de volgende wijze: Plaats een hand onder zijn romp en de andere onder zijn borstkas. Pak hem met beide armen op. Houd hem tegen uw lichaam, zodat hij zich veilig en beschermd voelt.

In het begin heeft een puppy moeite met alleen zijn, maar in de loop der tijd kan hij steeds langer alleen zijn. De eerste nacht mist uw puppy vaak de warmte en liefde van het nest. Dit gemis kunt u verminderen door een doek of speeltje met de lucht van het nest in zijn mand te leggen. Na een ongelukje kunt u uw puppy beter niet straffen; hier wordt hij namelijk angstig van. Het werkt beter om uw puppy te belonen bij alles wat hij goed doet. Dit kan in de vorm van een klein hondenkoekje of met uw stem. Honden wennen heel snel aan bepaalde gewoonten, daarom is het heel belangrijk dat u altijd consequent bent.

Door hem elk uur mee naar buiten te nemen en telkens hetzelfde rondje te lopen, leert uw puppy waar hij zijn behoefte moet doen. Op het moment dat hij zijn behoefte heeft gedaan, hoort u hem uitgebreid te belonen. Het kan voorkomen dat uw puppy zijn behoefte niet kan ophouden. In dat geval mag hij niet worden gestraft, omdat hij het verheffen van uw stem of een tik niet in verband kan brengen met het ‘ongelukje’. Als u uw puppy op heterdaad betrapt, neem hem dan snel mee naar buiten en prijs hem wanneer hij klaar is. Een vast ritme en routine is heel belangrijk in het leven van uw hond. Op een vast tijdstip eten, na het eten rusten (vooral grote honden i.v.m. maagkanteling) en uitlaten na het slapen is heel belangrijk.

Veel professionele trainers adviseren een vroegtijdige gehoorzaamheidscursus voor puppies om het trainingsproces op gang te helpen. Een van de eerste dingen die u uw puppy moet leren, is het reageren op zijn naam.

In het begin zal uw puppy het heel vreemd vinden om een halsband om zijn nek te dragen. Wen uw puppy daarom eerst aan het dragen van een zachte halsband. Na een poosje bevestigt u een korte, lichte riem aan de halsband. Het doel is uiteindelijk dat hij met u mee loopt zonder dat hij aan de riem trekt. Als hij voor u uit loopt of achterblijft, geeft u alleen een zacht rukje aan de riem. Het reizen per trein, bus en auto op jonge leeftijd heeft tot gevolg dat uw puppy graag met u mee gaat. Laat hem eerst wennen aan korte ritten van vijf tot tien minuten.

Net zoals bij mensen en andere sociale dieren voorkomt, komt ook de hond in de puberteit rond de leeftijd van 5 à 8 maanden. Er vinden veranderingen plaats in zowel het lichaam als in de hersenen, waarbij de hond seksueel volwassen wordt. Er vindt een toename plaats van geslachtshormonen waardoor hij in gedrag zal veranderen. De hond leert om zelf keuzes te maken en zal grenzen opzoeken. Het hersengedeelte waar de emoties zich bevinden groeit eerst en daarna zal het verstand groeien. Het verstand blijft dus een tijdje wat achter. Dat is de reden waarom de hond zijn grenzen zal opzoeken, niet meer luistert en lef zal tonen. De hond is zoekende naar zijn seksualiteit en dat zal zich uiten in het zogenaamde rijgedrag. De hond kan op je benen rijen en dat kan erg vervelend zijn. Elke keer als de hond dit gedrag vertoont zeg je duidelijk neen en duw de hond consequent van je af. Op een gegeven moment krijgt de hond door dat dit ongewenst gedrag is en zal hij ermee stoppen. Hetzelfde geldt voor het vernielen van spullen of andere vormen van ongewenst gedrag.

De energiebehoefte van een hond of kitten is gedurende de groeifase het grootst. In het eerste jaar groeit uw huisdier ongeveer evenveel als een mens gedurende de eerste 14 levensjaren. Een jong dier heeft behoefte aan veel energie, fosfor, calcium en eiwitten. Een goede en uitgebalanceerde voeding is dan ook van noodzakelijk belang. Een goede voeding bevat als hoofdbestanddeel veel vlees in plaats van plantaardige producten. En is bovendien afgestemd op de behoefte van uw dier. Pups van grote rassen (gewrichten en bot) hebben andere behoeften dat vb. een Chihuahua pup (energie).

dachshund puppies
Cute kitten

Producten

Resultaat 1–16 van de 21 resultaten wordt getoond