Telefoon +32 52 35 35 30
Ligging Opwijk, België
E-mailadres info@zorgvoorjedier.com

Wij verzenden binnen de BeNeLux - Naar de Shop

Zorg Voor Het Mentale Welzijn

Informatie over het mentale welzijn

Dieren hunkeren naar stabiliteit en vertrouwen. Je kan je dier hierbij helpen.

De wetenschap is er over eens, wat elke hondeneigenaar al wist: dieren hebben emoties en die van honden wijkt weinig af dan die van mensen. Een emotie of gevoel is geen gedrag. Emoties als liefde, angst, boosheid, genot zijn bij dieren aanwezig. Een gelukkige hond vertoont meestal stabiel gedrag, zonder extreme uitschieters.

Opvoeding van de baasjes van een hond

De wijze waarop mens en hond met elkaar omgaan heeft grote invloed op het gedrag van de hond. De normale relatie tussen mens en hond berust op wederzijds respect, ondanks er een baas en volgeling is. De hond zijn hele welzijn hangt af van die baas. Er moet een band ontstaan tussen baas en hond, een band van vertrouwen. Een hond moet jou kiezen zoals jij bij hem koos. Volgzaamheid kan je niet afdwingen, maar moet je verdienen. Dat verdien je door een rechtvaardige, voorspelbare, zelfzekere eigenaar te zijn. De hond houdt van spel, het spelen met de eigenaar is essentieel voor de band. Een hond die zich veilig en gewaardeerd voelt door zijn baas, zo een dier geeft zijn leven voor de baas. De hond is met voorsprong het meest loyale dier, zijn roedel is zijn leven. Het achterlaten van een hond heeft erge gevolgen voor zijn mentaal welzijn.

Bent u te streng: u hond wordt een bang onzeker dier, dat mentaal gestoord zal raken. In feite moet elke hond gered worden uit de handen van een te strenge baas. Uitzonderingen zijn de honden gekweekt als politiehond of waakhond. Deze dieren hebben een ijzeren hand nodig, maar ook de relatie tussen agent en hond berust op respect. Een politiehond die bang is van zijn baas, is waardeloos om mee te werken.

Bent u te soft: je dier mist een baas en zal heel onrustig en bang door het leven gaan. De hond zal dominant worden, want er is in zijn ogen geen leider.

Jonge pups en bijten

Jonge pups bijten regelmatig in de handen tijdens het spel. Dit is normaal gedrag onder pups waar je als mens weliswaar gepast op moet reageren. Als de pup bijt in de handen moet je reageren met een “au”-geluid om aan te tonen dat het pijn deed, staak het spel direct en negeer de pup enkele minuten. Als de pup blijft proberen bijten (een sterk karakter heeft) moet het “au”-geluid harder en mag je wat bozer worden. Een moederhond reageert ook heftig als een pup haar te hard bijt.

Zindelijkheid

In het nest mag de pup plassen en ontlasten, zijn moeder kuist het wel op. Na een tijdje kan de pup stappen en gaat hij zijn behoeften buiten zijn nest doen. De moeder leert hem waar, maar de pup weet dat hij niet langer in het nest zijn behoefte mag doen. Die taak moet u als eigenaar even overnemen.

U kan best zo snel mogelijk een plaats maken waar de pup zijn behoefte mag doen en de pup moet er steeds toegang toe hebben. Als er ongelukjes gebeuren in huis, wordt u nooit boos! Dat zou je bij een 2-jarig kind met een urinair ongelukje ook nooit doen. Gebruik deze ongelukjes om te tonen aan je pup waar je pup wel zijn behoefte mag doen. Leg een stukje stoelgang die u vindt op die plaats (in de tuin, op een krant aan de deur, een dweil). Neem een vaste plaats en zorg dat de pup er steeds bij kan. Beloon uitgebreid als de pup er spontaan naartoe gaat om zijn behoefte te doen. Als de pup buiten moet leren gaan voor zijn behoefte, zorg dan dat je de signalen van plassen ziet. Ze zullen gauw aan de deur gaan staan, pups kunnen elke twee uur kleine plasjes doen. Een jong dier moet je veel vaker uitlaten.

De benches waar veel pups in slapen zijn tegennatuurlijk in de zindelijkheidstraining. Want de pup, die zich nog niet lang kan ophouden, moet dan in het nest zijn behoefte doen. Hij leert dus dat bij mensen behoefte in het nest worden gedaan. Dat is natuurlijk het laatste wat u wilt dat het dier denkt. Gelukkig zijn de meeste pups van nature geneigd buiten het nest hun behoefte te doen. Zodra zij zich kunnen ophouden zullen ze hun bench proper houden en wachten tot de ochtend om hun behoefte te doen. Ze houden zich op jonge leeftijd soms al erg lang op. Dat komt de ontwikkeling van hun blaas en nieren niet steeds ten goede.

Opspringen (wees daar blij om 😊, maar leer het af)

De blije maar opdringere hond afleren om op te springen is niet altijd makkelijk. Opspringen doet je hond uit blijheid, niet uit dominantie.

Stel je even voor: je hebt je partner dagen gemist en weet dat deze bijna zal thuiskomen. Je hoort de deur openen en gaat je partner verwelkomen. Je omhelst je partner…maar die geeft je een klap in het gezicht en duwt je weg. Dat is de reactie die veel opspringende honden ervaren van hun baasje. Het dier, verward als het is van je daad, zal de volgende keer nog meer zijn best doen je te overtuigen van zijn blijheid je te zien.

Ons advies: geef dit dier even zijn aandacht en ontvang zijn affectie maar hou het gematigd. Je hoeft niet even enthousiast te zijn als het dier, maar enige blijk van wederzijdse appreciatie zal je dier mentaal evenwicht brengen. Wil je het opspringgedrag matigen: verwelkom de hond dan tijdens zijn opspringen maar hou het kort (2 seconden) en wees niet te enthousiast. Wilt u het van daaruit afleren, laat hem dan elke keer zitten en geef hem een koekje.

Je kan het opspringgedrag ook stoppen door je om te draaien tijdens het opspringen, kijk niet naar de hond, zeg niets. Pas als hij rustig is geef je weer aandacht. Maar de meeste opspringers zullen bij de minste aandacht terug blij en kwispelend opspringen, dan moet je direct terug reageren met omdraaien en negeren. Telkens opnieuw negeren, zonder boos te worden! Als je tweede keer dan toch aandacht geeft, dan begrijpt de hond echt niet wat hij de eerste keer fout had gedaan. Als je de hond daar foute signalen geeft, zal het ongewenst opspringen toenemen. Want de hond doet dit uit blijheid en zal je de volgende keer meer willen overtuigen van zijn blijheid jou te zien. Maar je hond zal teleurgesteld zijn en mogelijk een frustratie opbouwen dat hij niet meer kan verwelkomen. Het beste en diervriendelijkste dat u kan doen is het opspringgedrag veranderen in een commando als zit. Als je hond je wilt verwelkomen, zeg dan zit en geef hem een koekje.

Leren wandelen aan de riem

Laat jouw hond eerst wennen aan de halsband en riem. Doe eerst de halsband om. Nadien kan de riem uitgebreid bekeken en besnuffeld worden. De beste manier om jouw hond aan de lijn te leren lopen is door te beginnen in een omgeving waar het dier weinig afleiding heeft, zoals de tuin. Als je gaat wandelen met je puppy is het verstandig om hem aan te leren aan een vaste kant te lopen. Dit zorgt ervoor dat je puppy je niet voor de voeten gaat lopen. Zorg dat je puppy regelmatig zijn aandacht naar jou keert en niet voor zijn omgeving, zo zal hij beter leren luisteren buitenshuis. Ga niet verder als de lijn te strak gespannen is. Als de lijn los is, lopen puppy en eigenaar verder. Als de lijn weer strak wordt getrokken, moet hij aanvaarden dat u halt houdt. Zo leert u de hond niet te erg te trekken aan de riem. Houd het wandelen wel spannend voor de pup en kies verschillende routes.

Trekken aan de lijn

In een roedel honden lopen de jonge dieren dikwijls vooraan. Dat komt omdat de jonge dieren meer energie en snelheid hebben en veel meer willen ontdekken. Jonge dieren ruiken ook beter dan de oudere, het vooraan lopen in de roedel is dus geen specifiek kenmerk van dominantie (hoewel dit een wijdverspreide foutieve gedacht is).

Jonge pups willen graag achter de eigenaar aan lopen, ze zijn nog wat bang. Naarmate ze ouder worden, zullen ze de eigenaar inhalen. Bij pups die zich goed in hun vel voelen zal dat niet lang duren. Ze willen ontdekken wat er te ontdekken valt en ze zijn laaiend enthousiast. Maar beheersen kunnen ze zich nog niet, ze neigen te trekken aan de riem. Daarbij is het ook zo dat een hond sneller stapt dan een mens, dus een hond moet in feite vertragen van zijn natuurlijke snelheid om bij te blijven bij de baas. Wanneer een hond ouder wordt (vanaf middelbare leeftijd) zal het voorop lopen er uitgroeien.

Een hond die problematisch trekt aan de riem doet dit niet uit dominantie, maar uit onbeheersbaarheid. Dikwijls is het als pup misgegaan. Een pup moet beheersbaar gaan wandelen en dat begint met beheersbaar aan te lijnen. Je mag de pup niet aanlijnen als hij laaiend enthousiast is en niet kan stilzitten. Soms zien we eigenaars met twee personen de pup een riem omdoen omdat de pup te blij is om 30 seconden stil te zitten. Dat moet je afleren. Je moet leren dat wandelen met beheersbaarheid samengaat. Als je hond binnenshuis niet stil kan zitten bij het zien van de riem, wat verwacht je dan als hij buiten een leuke bal ziet rollen? Hij zal onbeheersbaar trekken aan de riem. Het is aan het baasje om de regels te stellen over de riem, van zodra u de riem aandoet. Moet de hond dan niet stilzitten? Verwacht dat dan ook niet buiten. Moet de hond rustig stilzitten als je de riem aandoet, dan zal hij zich beheersbaar naar buiten begeven.

Sommige eigenaars die een zwaar trekkende hond in huis hebben moeten dat afleren door te beginnen bij het aandoen van de riem. Riemtrekken leert u binnenshuis af, niet door terug te trekken op straat. Het aandoen van de riem is het belangrijkste moment. Rust, beheersbaarheid, geduld en een goed energieveld. Doe de riem aan zodra je hond stilzit, echt stilzit. Wacht desnoods een half uur, maar wacht tot hij beheersbaar stilzit. Wandel naar de deur. Als je hond in huis trekt naar de deur, ga niet verder! Verwacht rust. Desnoods doe je er opnieuw een half uur over, maar wacht tot je hond rustig met jou naar de deur wandelt. Open de deur. Wilt je hond je voorsteken, trek hem zacht terug of laat hen niet door de deur gaan. Wacht tot de hond rustig is en ga zelf als eerste de deur uit. Als je hond buiten is en dan toch gaat trekken, ga direct weer naar binnen met de hond. U mag niet boos worden op je hond omdat het buiten mislukt was. Herbegin direct met door huis te wandelen, wees niet boos maar verwacht duidelijk beheersbaarheid. Anders stapt u niet verder, punt. Je hond zal spoedig begrijpen wat u verwacht.

Dreiggedrag

Honden driegen als ze een situatie niet leuk vinden. Dreigen is waarschuwen, ze doen dit door strak naar het bedreigende te kijken, hun spieren staan gespannen, ze kwispelen met korte staartbeweging (bij vriendelijk kwispelen beweegt de staart breed heen en weer). Ze dreigen als ze bang zijn, wanneer de rangorde in gedrag komt, om zijn eten te bewaken of wanneer een indringer op zijn territorium komt. Honden dreigen, net zoals mensen dat kunnen. Het dreigen voorkomt meestal erger conflict.

Als de bedriegende factor niet weggaat, zal de hond steeds harder dreigen. Hij zal na grommen ook blaffen en zijn haren rechtzetten en de tanden laten zien. Als de bedreiging verder gaat zal de hond bijten.

Dreigen van de hond naar de eigenaar is ongewenst gedrag. Veel jonge honden zullen dit wel proberen naar de eigenaar om de rangorde te toetsen. U moet hier gepast op reageren en uw hogere rangorde laten gelden. Zodra je een probleem hebt met een huishond die vaak dreigt en waar je zelf bang van bent, moet u contact nemen met een dierenarts of gedragstherapeut. U kan geen hond opvoeden waar u zelf bang van bent.

Tip: als je buitenshuis een bedreigende hond tegenkomt, kijk hem niet aan maar kijk schuin omlaag weg. Stap rustig achteruit. Weet dat de hond ook het conflict wilt ontwijken.

Baknijd: de hond verdedigt zijn eten. Hij verstijft zijn lichaam terwijl zijn kop boven de bak hangt, vanuit de ooghoeken staart hij je aan. Indien je toenadering maakt, gaat de hond grommen en soms zelfs happen. Als je ziet dat je hond verstijft als je in de buurt van zijn eten komt, ga dan vooral negeren, alsof het verstijven je niet opvalt. De hond zal leren dat je geen interesse hebt voor zijn eten. Ook kan je bij het verstijven nog wat eten bijgooien. Hij zal aangenaam verbaasd zijn en zich mogelijks schamen voor zijn nodeloos dreigen. Ook kan je een hond zijn been afnemen met een snoepje te geven, hem laten wisselen. Geef nadien het beentje terug. Je hond zal snel leren iets los te laten want weet dat er iets beter komt (handig als de hond iets ongewenst in de mond heeft).  Maar een hond hoort niet te dreigen naar een hogere in rangorde. Indien het dreigen resulteert in lippen trekken en happen moet u hulp inschakelen van een gedragstherapeut.

Het aankijken van je hond

Er is soms verwarring of je je hond wel of niet in de ogen mag kijken. Het feit is dat honden elkaar ook aankijken, maar niet  lang. Aankijken en staren naar iets is een manier van dreigen en waarschuwen van een hond. Als we als eigenaar te lang kijken naar onze hond kan dit als bedriegend overkomen en kunnen ze daar zenuwachtig van worden. Let daar op als eigenaar, dat je met de beste bedoeling je hond niet bang maakt door te blijven kijken. Gelukkig weten veel honden wel dat hun baasje graag naar ze kijkt en voelen zich niet bedreigd daardoor. Als je signalen van angst ervaart (wegkijken, likken, rillen) staar dan niet langer naar je hond. Sommige mensen denken dat hun hond rilt om aandacht te krijgen, maar meestal begint de hond pas te rillen enkele seconden nadat de eigenaar hem aankijkt.

Niet graag alleen zijn en verlatingsangst

Van de natuur uit zijn honden niet graag alleen. Het zijn roedeldieren. Het hoeft dus niet te verbazen dat daar al eens problemen ontstaan.

Een hond die stress ervaart omdat u weg bent, is niet zeker of u wel terugkomt. Deze dieren moeten vertrouwd geraken met de zekerheid dat u terugkomt. Bij de meeste jonge dieren, die de routine in de dag kennen, groeit die zekerheid met de tijd. Je moet hem vanaf het begin al gedurende korte periodes alleen laten. Als je uit huis gaat, maak er geen drama van want de hond gaat denken dat het iets ergs is. Maar een hond dat ooit door zijn eigenaar is achtergelaten (een vreselijke daad) zal met zekerheid een verlatingsangst ontwikkelen. Ook alle adoptiehonden zullen meer verlatingsangst ervaren, zeker als ze het goed hebben bij jou. Dat moet je opvangen door het dier zijn vertrouwen en zelfzekerheid te helpen terugvinden.

Wat te doen bij erge verlatingsangst (je dier bijt alles kapot, zelfs deuren en muren): Ga weg voor 1 minuut, kom terug, negeer je blije hond en loop door huis. Ga weer weg voor 1 minuut, kom terug en negeer de hond. Daarna gaat u twee minuten weg, kom terug negeer je hond. Ga de hele dag, dagen aan een stuk indien nodig, in en uit je huis. Maak daarbij de tijd dat u wegblijft telkens wat langer. Als je merkt dat je verbetering krijgt, mag je de hond heel rustig verwelkomen als je binnenkomt. Hou dit wel altijd kort en nooit troostend of uitbundig. Werk verder aan de verlatingsangst tot deze onder controle is. We zeggen dit niet voor het welzijn van je meubels maar voor het welzijn van je dier. Een dier met verlatingsangst is werkelijk doodsbang. Hoe sneller die angst verdwijnt, hoe beter voor de hond.

Een puppy kan maximum 4 uur alleen zijn, een volwassen hond 9 uur.

Angst en stress bij je hond.

Rillen van angst, niet van koude.

De ladder naar agressie:

  • ongemak (wegdraaien en wegkijken),
  • lippen likken, hijgen en kwijlen (bang en onzeker)
  • vluchtgedrag, bange blik staart tussen benen (vermijding van de situatie)
  • dreigend blaffen, veel lippen likken en grommen (angst keert om tot agressie)

Bij acute angst denken we vaak aan vuurwerk. Terecht, de meeste dieren zijn er bang voor. Maar er zijn nog andere oorzaken die bij een dier acute angst kunnen opwekken. Verlatingsangst kan bij een hond bijna dezelfde angstgevoelens opwekken als hevige vuurwerkangst. Het is  geen aanstellerij van uw dier. Een angst heeft een oorzaak, ergens verworven in het leven van uw dier (soms als pup).

Er zijn tegenwoordig verschillende producten die angst bij uw dier daadwerkelijk verlagen. Het jammere is dat je, net zoals bij gedragstherapie, ruim 1 maand op voorhand moet beginnen met de behandeling. De medicijnen die direct werken bij acute angst zijn steeds op voorschrift.

Angst is een gevoel, zoals verliefdheid. Angst is geen gedrag. U kan angst dus niet belonen of afstraffen. We horen te vaak dat we het dier geen aandacht mogen geven als het angstig is, want dat we zo het gedrag stimuleren. Dat is grondig fout! Angst is geen gedrag. Op de emotie angst volgt een gedrag zoals, vluchten, vechten en bevriezen. Je moet uw dier wel degelijk geruststellen als het angstig is, zonder zelf mee te gaan in die angst. De regel is afleiden, angst negeren en niet troosten. De angst negeren wilt niet zeggen je dier negeren! Je mag een extra koekje geven om hem of haar af te leiden. Daardoor zal je dier de nare ervaring (de angst) gaan associëren met leukere zaken. Dat zorgt voor verlichting van de angst. Wanneer de hond de ‘enge’ stimulus met straf zou associëren, wordt de angst alleen maar erger. En agressie zal de enige uitweg worden voor dit dier.

Een dier in hevige angst heeft baat bij druk op het lichaam. Daar zijn zelfs harnassen voor gemaakt. Het principe is dat de hersenen de intensiteit van dat drukgevoel (zenuwgeleiding) naar beneden reguleren. Daarmee nemen ze ook de intensiteit van andere gevoelens mee naar beneden, in dit geval de angst. Als uw dier betrouwbaar is, heeft het dus baat bij een stevige knuffel. De knuffel die mensen geven heeft instinctief hetzelfde doel. Hoe intenser de knuffel, hoe meer druk u uitoefent op het lichaam, hoe meer het cerebellum naar beneden reguleert. Daardoor komen andere emoties zachter binnen.

Indien een dier in shock gaat van de angst (dat kan voorkomen bij hevige angst), start dan de EHBO voor shock op. Warm houden, geruststellend praten en vloeistoftherapie bij de dierenarts.

Happy smiling dog
Bengal cat portrait. Lying on sofa. Close-up.

Producten

Toont alle 11 resultaten