Telefoon +32 52 35 35 30
Ligging Opwijk, België
E-mailadres info@zorgvoorjedier.com

Wij verzenden binnen de BeNeLux - Naar de Shop

Zorg Voor Een Gezonde Huid & Vacht

De huid en vacht van je hond en je kat: De verzorging van een gezonde huid en vacht

Jouw huisdier verdient de beste zorgen. Op deze pagina leggen we je uit hoe je de huid en de vacht van je huisdier goed verzorgt. Klik op het gewenste onderdeel voor meer informatie. Onderaan deze pagina zie je de geschikte producten voor een juiste huidverzorging en vachtverzorging.

Huidproblemen worden dikwijls beschreven naar de oorsprong:

We onderscheiden:

  • Huidproblemen door schimmelinfecties
  • Huidproblemen door bacteriën
  • Huidproblemen door parasieten
  • Huidproblemen door allergieën
  • Huidproblemen door auto-immuun ziekten
  • Huidproblemen door aangeboren afwijkingen
  • Huidproblemen door voedingsfouten
  • Huidproblemen door endocriene en metabole afwijkingen
  • Huidproblemen door verstoorde verhoorning van de huid
  • Huidproblemen door mentale stoornissen of psychisch lijden
  • Huidproblemen door omgevingsfactoren
  • Huidproblemen door tumoren van de huid
  • Huidproblemen typisch bij de kat

Bij huidveranderingen moet er steeds goed gelet worden op de algemene gezondheid omdat veel interne ziekten huiddefecten kunnen veroorzaken. Bij de kat zullen huidproblemen dikwijls uitingen zijn van een intern medische probleem.

Huidveranderingen worden opgedeeld in uiterlijk vormen van de huidverandering ofwel volgens de plaats van het letsel (neus, zolen, flank,…)

Volgende symptomen kunnen waargenomen worden bij huidproblemen naast alle andere symptomen van algemeen ziek zijn zoals vermagering, kreupelheid, koorts, enz.

  • Kleurveranderingen zoals roodheid, hyperpigmentatie en depigmentatie.
  • Kaalheid of alopecie.
  • Epileerbaar, de mogelijkheid tot kaalplukken.
  • Macula of vlek: een niet verheven kleurverandering van kleiner dan 1 cm.
  • Een patch is een niet verheven kleurverandering groter dan 1 cm.
  • Papel: een vast aanvoelend bolletje van kleiner dan 1 cm.
  • Nodule: een stevige dikte of bolletje groter dan 1 cm.
  • Een plaque is een omvangrijke vlakke verhevenheid van de huid.
  • Een cyste is met vocht gevuld.
  • Een urtica is een indrukbare verhevenheid.
  • Een bulla of blaar is een blaasje groter dan 1 cm.
  • Een pustel is een blaasje gevuld met ontstekingscellen.
  • Schilfers is een opeenstapeling van hoornlaagfragmeneten.
  • Een collarette is een losliggend laagje schilfers rondom een letsel.
  • Een korst is ingedroogd exsudaat (bloed , serum en pus).
  • Een erosie is een oppervlakkig huiddefect zonder doorbraak van de basale membraan (naar het onderliggende bindweefsel van de huid). Heling zonder littekens.
  • Een ulcer is een huiddefect met doorbraak doorheen de basale membraan.
  • Een fistel is een drainage vanuit een ontstekingshaard.
  • Een fissuur, kloof of barst is een lijnvormig huiddefect.

Kammen

Als eigenaar wilt u uiteraard het beste voor uw huisdieren en vachtverzorging voor de hond draagt bij aan een goede gezondheid. Wanneer uw hond al problemen heeft met de vacht, dan kan dit vaak worden opgelost met de juiste producten voor vachtverzorging. Heeft de hond nog geen problemen met de vacht, dan is het uiteraard van groot belang dit zo te houden. Indien u dagelijks uw hond zou borstelen of kammen, hoe kort of lang de vacht ook is, dan zou dit de relatie tussen u en uw hond versterken. Meestal vinden de honden het wel prettig om geborsteld te worden, zeker als het geen pijn doet. Daar loopt het vaak mis, de verkeerde kam of bostel kunnen onaangenaam of zelfs pijnlijk zijn voor je dier. Hierna geven wij een eenvoudig overzicht welke kam nu juist bij welke vacht te gebruiken. Ook haalt u door te borstelen de stofjes en vuiltjes uit de vacht. Hierdoor zal de vacht minder ruiken. Eventuele wondjes op ongedierte kunt u door te borstelen tegenkomen.

Stokhaar

De vachtverzorging van een hond met stokhaar  neemt niet veel tijd in beslag. Een keer per week met een grove kam door de vacht moet (bij een gezonde vacht) voldoende zijn. Voor de lange beharing van de broek en vlaggen (bij honden met lang stokhaar) kunt u ook een universeel borstel gebruiken. Kam de vacht met de haargroeirichting mee van, maar niet te hard op de huid drukken. Te veel of met het verkeerde materiaal borstelen kan problemen in de ruiperiode tot gevolg hebben. Wanneer de stokharige hond in de rui is kan de vacht gaan vervilten. Er laat dan zoveel onderwol tegelijk los dat het in het dekhaar blijft vastzitten. Tijdens de rui is het raadzaam de vacht een beetje te helpen met verharen. Gebruik materiaal dat veel onderwol verwijdert, bijvoorbeeld een universeel borstel. Laat na deze drastische borstelbeurt de vacht zoveel mogelijk met rust (ongeveer drie à vier weken). Er komt dan een nieuwe laag onderwol die de tijd moet hebben om te groeien.

Gladhaar

De gladde vacht heeft meestal weinig verzorging nodig.  Verwijder met een rubber borstel  het vuil en de losse haren uit de vacht. Niet te hard duwen, het is namelijk niet de bedoeling dat er ook gezonde haren worden uitgeborsteld. De hond gaat dan juist meer verharen. Kam met de haargroeirichting mee. Daarna kunt u eventueel naborstelen me t een borstel met zachte haren. De hond gaat daar van glanzen, aangezien de talg goed wordt verspreid.

Middel langhaar tot langhaar

Ontwar eerst klitten en knopen voorzichtig met de slickerborstel. Dan met diezelfde borstel het haar doorkamen. Ook de Furminator is gepast voor deze vacht. Hoe langer en dikker de vacht, hoe meer onderhoud. U kunt er bij een langharige hond voor kiezen om de vacht lang te laten of hem zo nu en dan in te (laten) korten. Als het haar kort geknipt is dan is twee keer per week borstelen en kammen voldoende. Bij langer haar moet vanaf de huid worden geborsteld,  in de omgekeerde richting, van de staart richting de kop.  Dit doet u best met een universele borstel. Wrijf het haar met uw hand tegen de haargroeirichting in en borstel het haar. Langharige mogen iedere dag gekamd worden. Als de vacht vrij is van knopen loop je een kam alles na. Tijdens de rui kan er veel ondervacht loslaten, een harkje kan die haren losmaken. De ondervacht mag niet vervilten maar dode haren worden er tijdens de rui met een honderharkam uitgekamd.

Ruwhaar

Er zit veel verschil in al de ruwhaarvachten maar overeenkomst is de manier van verharen: het dekhaar ruit in een keer. Over het algemeen is een keer per week met een kam door de vacht bij de meeste ruwe vachten voldoende. Deze vacht kan je ook plukken, dan pak je de dode haren tussen duim en wijsvinger, en trek je het in de groeirichting weg. Om de onderwol in tact te laten moet voorzichtig en niet te grof worden geborsteld. Deze rassen hebben soms zware beharing op de poten, welke met een universeel borstel van de voet naar boven kunnen worden geborsteld. Ook snor en baard verdienen extra aandacht.

Wol haar

Deze vacht bestaat uit een ondervacht. Deze is altijd gekruld en vergt veel borstelen om niet in de klit te raken. Deze borstel je met een slickerborstel en kam (geschikt voor poedel/ bichon frisé). Met de vachtverzorging kun je bij de poedel niet vroeg genoeg beginnen.

Zijde haar

deze vacht kam je met een slickerborstel, en een kam gebruik je om klitten te chekken. Een universele borstel gebruik je vooral om talg te verdelen en de vacht te doen glanzen, maar klitten haal je er niet vlot mee weg. Zijde haren kom je bijvoorbeeld tegen bij Maltezers en Yorkshire terriërs.

Vilthaar

De bedoeling bij viltharige vachten is dat de vacht in strengen vervilt en niet in hele plakkaten. Deze vachten zijn niet te kammen of borstelen, alleen een stukje bij de huid. Ook wassen valt niet mee met deze vachten; de shampoo moet er doorheen worden gedrukt en het duurt dagen voor zo’n vacht helemaal droog is.

Wassen van de hond

Te vaak wassen is niet goed. Een hond heeft een beschermlaag op zijn huid en als je de hond regelmatig wast, tast je de beschermlaag aan. Een vettige huid wijst er dan ook op dat de beschermlaag van je hond in gezonde staat is. Was je hond daarom alleen als hij erg vies is.  1 tot 4 keer wassen per jaar is voldoende. Daarvoor neem je een neutrale shampoo of een babyshampoo. Een huisdier zijn vacht wordt best verzorgd door te kammen.

Atopie en allergie patiënten daarentegen moeten frequent gewassen worden.  Bij hen ligt de oplossing van de jeuk in correct en grondig wassen. Hun huid wordt van buitenaf aangevallen door gisten, bacteriën en allergenen. Was die er zoveel mogelijk af. Dat zal de jeukklachten spectaculair doen afnemen. Patiënten met erge jeuk klachten mogen twee keer per week gewassen worden, tot de jeuk vermindert, dan kan het wassen daaraan aangepast worden.

Atopie bekent dat uw dier overgevoelig is voor ‘onschuldige’ stoffen uit de omgeving. Deze stoffen worden allergenen genoemd. Deze allergenen zijn pollen (grassen, onkruid en bomen), huidschilfers, huisstof-en voedermijten die percutaan penetreren (door de huid). Atopische patiënten hebben een scala aan huidklachten. Malassezia is een commensale gist die in kleine aantallen normaal in de huid van de lippen, oksels, liezen en tussen de tenen aanwezig is. ook in het gehoorkanaal, de anaalzakken, het rectum en de vagina vinden we de gist in kleine aantallen terug. Malassezia is opportunistisch pathogeen, d.w.z. dat er onderliggende omstandigheden nodig zijn opdat de gist zou gaan woekeren. Bij woekeren gaan ze extra ontsteking en jeuk veroorzaken.  Sommige rassen zijn uitermate gevoelig aan een overwoekering met Malassezia. Patiënten met een onderliggende atopie en allergie zullen veelal constante hinder met Malassezia ondervinden. Maar ook patiënten met suikerziekte of schildklierafwijkingen worden gevoelig voor gistinfecties.

Symptomatische behandeling: de jeuk is de optelsom van de allergie en allerhande bijkomende infecties met gisten, bacteriën en huiddefecten.

We kunnen de huid van buitenaf beschermen. Wassen met geschikte shampoos die gisten en bacteriën doden kunnen de jeukklachten sterk verminderen. Ook shampoos die de huid barrière herstellen zullen verbetering van klachten geven. Gebruik de shampoos voldoende lang zodat alle bacteriën en gisten gedood zijn.

  • PYODERM®-shampoo met zijn formule die chloorhexidine bevat, heeft PYODERM®-shampoo een antibacteriële en schimmelwerende werking en helpt het het microbiële ecosysteem van de onevenwichtige huid van je 4-voetige vriend te behouden. Na toediening vormt het product PYODERM® een beschermende film op het huid- en haaroppervlak die bijdraagt ​​aan de juiste hydratatie van het huidoppervlak.
  • ALLERCALM TM-shampoo is een zachte shampoo die ontwikkeld is voor de dagelijkse hygiëne van honden, katten, puppy’s en kittens met een gevoelige droge huid. De zeepvrije formule, gebaseerd op natuurlijke haver en de aangename geur van groene appel kalmeert en hydrateert de huid van uw huisdier. Zijn haar is glanzend en gemakkelijk te borstelen. De gepatenteerde technologie van ALLERCALM TM beperkt de aanhechting van bacteriën en verbetert de vitaliteit van de huid door de natuurlijke afweer te stimuleren.
  • SEBOLITIC® Shampoo helpt de keratoseborrhoische toestanden van honden en katten te beheren. Het salicylzuurgehalte maakt het mogelijk huidschilfers en lagen keratine van de huid af te pellen. De omega 6 en omega 3 die in de formule aanwezig zijn, dragen bij aan de reconstructie van de huid terwijl de piroctone olamine een antimicrobiële en schimmelwerende werking heeft.

We onderscheiden:

  • Oppervlakkige schimmelinfecties: 1. de typische Dermatophyten; 2. Malassezia en 3. Candida species
  • Onderhuidse schimmelinfecties: zeldzaam
  • Systemische schimmels zoals aspergillose, blastomycose, cryptococcose, hitioplasmose

 

1. De Dermatophyt is een schimmel die zich heeft aangepast om te groeien in het keratine van de huid, haren en nagels. De meest voorkomende dermatophyten species zijn Trichphyton en Microsporum. Bij de kat zijn 98% van de oppervlakkige schimmelinfecties veroorzaakt door Microsporum species, bij de hond 90%.

De infectie gebeurt door sporen, dewelke tot 1,5 jaar in de omgeving kunnen overleven! De incubatietijd bedraagt 7-14 dagen. Niet elk contact met sporen zal tot een infectie leiden. Veel dieren hebben sporen op zich zonder dat deze problemen geven. Jonge dieren en zieke dieren zijn gevoeliger om de infectie te ontwikkelen. Bij warm en vochtig weer laaien de infecties op.

Algemeen zien we kale plekken met schilfering, lijkt op sigarettenas. Bij katten zien we meestal ronde tot grillige letsels aan de kop, ledematen en romp van kalende en schilferende huid door een microsporum infectie. Bij de hond kan door een diepere infectie optreden door trychophyten met kaalheid, korstvorming, jeuk en hyperpigmentatie tot gevolg. Zelden zal de schimmel tot nodulen (bolletjes) leiden op de lip of poten.

Belangrijk is dat deze schimmels alleen groeien in de groeifase van de haarcyclus. Wanneer de groeifase van de haren stopt, gecombineerd met de immuunrespons van het dier, zal de schimmel spontaan genezen na 12-14 weken. Let wel: dat geldt alleen voor gezonde dieren en NOOIT voor oudere en zieke dieren. De Perzische kat en de Yorkshire moeten altijd behandeld worden. De Pers heeft genetische intolerantie met soms uitzichtloze infecties.

Dieren en mensen kunnen elkaar besmetten met oppervlakkige huidschimmel.

Indien behandeling van Dermatophyten zich opdringt dan bestaat deze uit een:

  • lokale behandeling van de letsels: haren knippen of scheren en lokaal antimycoticum.
  • systemische medicatie
  • desinfectie van de omgeving: regelmatig verluchten en stofzuigen, oppervlakte reinigen met alcohol of bleekwater.

2. Malassezia is een commensale gist die in kleine aantallen normaal in de huid van de lippen, oksels, liezen en tussen de tenen aanwezig is. Ook in het gehoorkanaal, de anaalzakken, het rectum en de vagina vinden we de gist in kleine aantallen terug.

Malassezia is opportunistisch pathogeen, d.w.z. dat er onderliggende omstandigheden nodig zijn opdat de gist zou gaan woekeren.  Ze zullen dikwijls overgroeien bij een gewijzigd microklimaat van het huidoppervlak of bij een verminderde afweer.

  • Sommige rassen zijn uitermate gevoelig aan een overwoekering met Malassezia: Spaniëls, Cavalier King Charles, Poedels, West Highlang Terriërs, de Bassets, Duitse Herder en de Shar-pei.
  • Sommige anatomische abnormaliteiten kunnen een raskenmerk zijn, maar evengoed een woekerplaats van Malassezia. Dank aan de hangoren. De reden waarom er vroeger amper oorproblemen waren bij honden is omdat vroeger honden rechtopstaande oren hadden. Hangoren zijn er in gefokt, met de nodige problematiek tot gevolg.
  • Patiënten met een onderliggende allergie zullen veelal contante hinder met Malassezia ondervinden. Maar ook patiënten met suikerziekte of schildklierafwijkingen worden gevoelig voor gistinfecties.
  • Bij katten is feline acné (zwarte vuiltjes op de kin) totaal onschadelijk. Maar een algemene gistinfectie op het lichaam bij de kat zal een teken zijn van een ernstig onderliggende ziekte.

Een infectie met Malassezia ruikt niet fris, eerder ranzig. De huid (dikwijls tussen de tenen en in het gehoorkanaal) zal rood worden en intens jeuken. Kruimelige gele korsten kunnen loskomen.

Bij een infectie met Malassezia dient men eerste de onderliggende oorzaak na te gaan: Allergie? Suiker? Anatomische abnormaliteiten zoals hangoren? Hangoren kan men met een dikke maar zachte rekker dagelijks 20 minuten omhoog knopen, zodat de oren kunnen uitdrogen. Een behandeling met medicatie kan zowel lokaal als algemeen worden toegediend.

Een pyodermie betekent een etterige ontsteking van de huid. Verschillende bacteriën kunnen dit veroorzaken of ertoe bijdragen. Dit zien we vooral bij de hond. Katten zullen met uitzondering van het abces, minder vaak bacteriële huidontstekingen ontwikkelen. Pyodermie is steeds een secundaire ziekte met bacteriën dewelke met antibiotica moet verholpen worden; maar waarbij steeds de primaire oorzaak moet worden gevonden willen we optimaal succes van de therapie bekomen.

Wij bespreken

  1. De hot spot
  2. Plooidermatitis
  3. Canine en feline acné
  4. Oppervlakkige huidontsteking
  5. Diepe huidontsteking

 

1. De hot spot

De hot spot wordt steeds veroorzaakt door zelftrauma in respons op een jeuk- of pijnprikkel. Het is een scherp omschreven jeukend en pijnlijk letsel dat peracuut ontstaat, vaak aan de oorbasis, achterlichaam of poten. We zien het vooral tijdens de zomermaanden en bij honden met een dichte vacht.

De meest voorkomende oorzaken van een hot spot zijn: oorontstekingen, parasitaire infecties en allergieën. Bij terugkerende hot spot op het achterlichaam moet men denken aan een vlooienallergie.

Een behandeling van de hot spot berust op het wegnemen van de primaire oorzaak, waarom ging het dier zichzelf traumatiseren? Controleer je dier op oormijten. Controleer je dier op andere parasieten, zeker vlooien. Is je dier allergisch? Probeer dan het allergeen te vinden en te verwijderen, dit kan ook een voedingsallergeen zijn. Het letsel moet drogen; wikkel er dus geen verband om, of ververs het verband regelmatig. Haren rondom het letsel kort zetten.

2. PLOOIDERMATITIS

Dit is een huidontsteking tussen twee langs elkaar wrijvende huiddelen door microtrauma. Het zien het dan ook vaak bij hondenrassen met veel huidplooien. We zien het aan de lip, de neus, het aangezicht, de staart, de vulva en tussen de tenen. Bij de jonge Shar-pei kan het hele lichaam aangedaan zijn en zien de dieren rood. Verkeerdelijk wordt de jonge Shar-pei soms als allergie-patiënt aanzien.

Ontstoken huidplooien moeten dagelijks gereinigd worden. Droog het letsel en breng een antiseptische crème aan. Eventueel een gistwerend middel tegen Malassezia.

3. CANINE EN FELINE ACNE

Acné gaat om keratinisatiedefecten en comedonen. Het komt vooral voor bij jonge dieren, aan de kin en lippen. Bij de kat kunnen territoriale conflicten aan de basis liggen. De letsels jeuken niet. Bij de hond zien we bevuiling door het bloederig vocht uit de papels en pustels. Bij de kat zien we meer een zwelling van de kin met zwart debris. Best te behandelen met een lokale antibacteriële crème.

4. DE OPPERVLAKKIGE HUIDONTSTEKING

Een oppervlakkige huidontsteking of pyodermie zien we in alle maten en vormen, sommigen typisch rasgebonden. Vooral de romp van de rug tot buik zijn betrokken, de huid is rood en kalend, pustel worden zichtbaar. Het letsel kan snel toenemen in grote. Bij sommige rassen zien we typische vormen: zo zullen bij kortharige rassen de haren rechtop gaan staan en worden kleine bolletjes voelbaar en vallen de haartjes nadien in groepjes uit. Het zijn licht tot erg jeukende letsels.

Niet de uiterlijke vorm van de bacteriële huidontsteking, maar de onderliggende oorzaak dient achterhaald te worden. De oorzaken van een oppervlakkige bacteriële huidontsteking bij de hond (een bacteriële huidontsteking is zeldzamer bij de kat):

  • Puberteit en jonge dieren, hun haarfollikels staan open en deze kunnen geïnfecteerd geraken met bacteriën.
  • Parasieten als vlooien en mijten kunnen de huid beschadigen met een bacteriële infectie tot gevolg.
  • Een onderliggende allergie zal de huid gevoelig maken voor bacteriële infecties.
  • Bepaalde interne aandoeningen zoals een traag werkende schildklier.
  • Sommige dieren met talg en of verhoorningsproblemen van de huid, een vette of droge huid.
  • Huidtrauma, vb. na trimmen. Een bacteriële huidontsteking na trimmen komt geregeld voor.
  • Immuundefecten: we zien soms erge bacteriële huidontsteking bij dieren die langdurige corticosteroïden toegediend kregen.

Men moet zoeken naar de onderliggende oorzaak: parasieten en allergieën komen vaak voor als onderliggende oorzaak dat de huid bacterieel besmet geraakt. De huid dient gewassen te worden met antibacteriële shampoo. Shampoos die bijkomstig een uitdrogende en gistwerende werking hebben zijn aangewezen. Veelal is een systemisch antibioticum nodig.

5. EEN DIEPE HUIDONTSTEKING

Dit is een bacteriële ontsteking van de haarfollikel, waarna deze barst en de infectie zich zal verspreiden in de diepere delen van de huid. Delen van de haarschacht fungeren hierbij als vreemd voorwerp en lokken bijkomstige reacties uit. Dit leidt tot een intense ontsteking van de huid.

Als oorzaken zien we een onbehandelde oppervlakkige huidontsteking, maar ook parasieten zoals Demodex of een schimmelinfectie kunnen de haarfollikel traumatiseren. Alles wat de haarfollikel kan stukmaken kan leiden tot een diepe bacteriële huidontsteking, zoals ook een knellende halsketting, een ingedrongen grasaar of drukpunten waar de dieren op liggen.

  • Ook bij dieren met veel talg en comedonen kan er door een obstructie van de haarfollikel een diepe ontstekingsreactie optreden.
  • Callusweefsel ontstaat op beenderige uitsteeksels en drukpunten in respons op herhaald trauma. Het callusweefsel predisponeert tot haarfollikels die stuk gaan, met de gekende diepe huidontsteking tot gevolg.
  • Bij likdermatitis zal de haarfollikel getraumatiseerd geraken door likgedrag met een diepe ontstekingsreactie tot gevolg. Het likgedrag ontstaat in respons op jeuk, pijn of psychisch lijden. Ook hier zal de keratine uit de haarfollikel zich als vreemd voorwerp gedragen en de ontstekingsreactie nog doen toenemen. Likdermatitis bij de hond is een syndroom met als uitersten organische (vb. dermatologische of neurologische) en psychogene oorzaken. Let op: likdermatitis bij de kat is niet geassocieerd met een bacteriële infectie maar is meestal psychogeen van aard. We spreken bij de kat van het feline psychogene alopecie en dermatitis (PAD) of het feline hyperesthesie syndroom.
  • Diepe huidontsteking kan ook gezien worden tussen de tenen. Ook hier ligt een trauma van de haarfollikel aan de basis van de ontstekingsreactie. Jeuk tussen de tenen met ongewenst likgedrag kan de follikel stukmaken; maar evengoed kan een grasaar de haarfollikel binnendringen en een ontsteking uitlokken.
  • Rond de anus, vnl. bij de Duitse Herder. Het wordt een “hamburgeranus” genoemd gezien de ulcers en zwelling. Dit is zeer pijnlijk en dient direct door een dierenarts behandeld te worden.

De letsels moeten steeds gereinigd worden en de haren rondom het letsel kort gezet. Een systemisch antibioticum zal veelal noodzakelijk zijn.

  • DIEPE HUIDONSTEKING BIJ DE KAT

Alias het vechtbaces. Bij katten zal een bacteriële huidontsteking vooral ontstaan in navolging van een gevecht waarbij een bacteriën in de huid werden gebracht en waarbij er een abces wordt gevormd.

Wij bespreken

  1. Teken
  2. Mijten
  3. Insecten

1. Teken

Teken komen vooral voor in bosrijke omgeving en graslanden. In droge gebieden komen ze veel minder voor. Teken hebben verschillende stadia en verschillende gastheren. In ons land zijn drie soorten van belang, waarvan de Ixodes teek Lyme disease overbrengt. We treffen teken bij huisdieren vnl. aan op de kop en oren maar teken kunnen overal op het lichaam van je dier vasthechten.

We zien kort na een tekenbeet een papel of nodule ontstaan als reactie van de huid op de teek. Een teek kan de oorzaak zijn van een hotspot. Indien je dier besmet werd met Lyme disease zal het dier koorts en kreupelheid aan de gewrichten ontwikkelen.

Een teek moet steeds verwijderd worden door het uitdraaien met een tekentang. Bij onjuiste verwijdering van de teek kan de zuigsnuit in de huid achterblijven, dit is meestal zonder gevolg. Best worden teken voorkomen met daarvoor aangewezen acariciden in pipetten, banden of tablets.

2. Mijten

    • Sarcoptes bij de hond en Notoëdres bij de kat, de schurftmijten die intense jeuk veroorzaken. Bij de kat zeldzamer dan bij de hond. De mijten graven gangen in de huid waar de vrouwtjes eitjes leggen. De prikkeling van de mijten en de overgevoeligheidsreactie van de huid zijn verantwoordelijk voor de intense jeuk. Bij de hond zien we de meeste jeuk aan de buik en poten, bij de kat zal vooral het kopje aangetast zijn. De huid zal erg aangetast zijn met kaalheid, papels, roodheid, korsten, verdikte oorranden enz. Deze dieren worden soms verward als allergiepatiënt. Een trucje is zelf te krabben aan de oorrand. Als de hond zijn achterpoot begint mee te krabben is de kans heel groot dat hij schurft heeft. Deze otopedale reflex is positief in 80% van de gevallen van schurft. In maar 6% van de gevallen is deze reflex door iets anders veroorzaakt dan schurft. Schurftmijten worden met zekerheid vastgesteld door de huid af te krabben omdat ze in de huid leven en niet op de huid. De behandeling richt zich op het doden van de mijten en deze therapie voldoende lang te geven. Selehold 3 keer op 14 dagen is vaak oplossend. Mijten leven maar drie dagen in de omgeving, dus algemene desinfectie is dan minder noodzakelijk. Maar de mijt is wel heel besmettelijk, alle dieren moeten behandeld worden.
  •  
    • Demodex mijten behoren tot de normale huidflora en leven in talgklieren en haarfollikels. Bij een groter aantal mijten zullen ze wel problemen veroorzaken. Meestal is er een onderliggende reden waarom deze normale huidbewoner gaat overwoekeren, zoals een jonge leeftijd van het dier. De levenscyclus van de parasiet is geassocieerd met endocriene factoren bij zijn gastheer zoals de puberteit, loopsheid, dracht en seniors. Sommige hondenrassen zijn gepredisponeerd om huidinfecties met demodex te ontwikkelen door de structuur van hun huid en vacht, zoals de Dobberman, Jack Russel, Mopshond en Shar-pei. Bij de kat is er geen raspredispositie maar speelt suikerziekte, FIV en FeLV vaak een rol. De parasiet is veel minder besmettelijk dan de schurftmijt. We zien vooral kaalheid en comedonen ontstaan, de letsels jeuken minder dan bij de schurftmijt.

      De gelokaliseerde (spontane) demodicose: Honden van alle rassen kunnen ziek worden van deze vorm van demodicose. De meeste honden worden getroffen op een vroege leeftijd. Bij de gelokaliseerde vorm komen tot vijf omschreven haararme of haarloze huidgebieden voor (meestal zonder jeuk) die rood en schilferig zijn. Deze veranderingen worden vaak gevonden op het hoofd en de nek, evenals op de ledematen en de romp. Niet zelden wordt de ziekte per ongeluk of helemaal niet ontdekt. Bij meer dan 90 procent van de gevallen van gelokaliseerde demodicose is er sprake van een spontane genezing.

      Gelokaliseerde iatrogene demodicose: Een andere vorm is gelokaliseerde iatrogene demodicose. Deze vorm kan worden veroorzaakt door lokale immunosuppressie, bijvoorbeeld door injectie van een cortisone-remmer of door lokale toepassing van cortisoncrèmes. Dit is onafhankelijk van de leeftijd of het ras van de hond. Hier wordt meestal alleen de plek op de huid aangetast, waarop de injectie of het smeren van de zalf plaatsvond. 

      Gegeneraliseerde, erfelijke demodicose: Bij deze vorm is er sprake van een erfelijke immunodeficiëntie. Het komt voor bij jonge honden, afhankelijk van het ras tot de leeftijd van 1,5 tot 2 jaar. De huidveranderingen beginnen vaak op enkele plekken net als bij de gelokaliseerde vorm met roos, roodheid en haaruitval. Maar de letsels verspreiden zich snel (generalisatie). Het hoofd en de voorpoten zijn vaak de eersten die worden getroffen. De veranderingen verspreiden zich vervolgens over de hele huid. In deze vorm ontwikkelen zich meestal secundaire bacteriële infecties, die jeuk en ernstige huidklachten zoals o.a. fistels, oedeem of cellulitis veroorzaken. Ze veroorzaken echter ook ernstige algemene aandoeningen zoals koorts, zwelling van de lymfeklieren in het lichaam en nog veel meer.

      Gegeneraliseerde demodicose door immunosuppressie: Zelfs oudere honden kunnen een algemene vorm van demodicose ontwikkelen, ongeacht het ras. De ontwikkeling van deze vorm kan te wijten zijn aan iatrogeen, dat wil zeggen door toediening van immunosuppressieve geneesmiddelen zoals cortison, evenals bestaande onderliggende ziekten zoals tumoren en metabole ziekten (Cushing, diabetes, hypothyreoïdie, enz.).

      Pododemodikose: In deze vorm van demodicose treden ontstekingsvatbare huidveranderingen op in de buurt van de poot. De poten zijn opgezwollen en pijnlijk. Meestal krijgen rassen zoals Duitse doggen, Bobtails en andere grote rassen deze vorm. Maar ook West Highland White Terriers, Pugs, Franse en Engelse Bulldogs en de Shar-Pei zijn hieraan gevoelig. 

       

    • Oormijten zijn grote langpotige mijten in het gehoorkanaal. Ze veroorzaken overmatig cerumen, zwart oorsmeer. Al dan niet met jeuk gepaard. De parasiet kan bij jeuk een oorontsteking en oorhematoom veroorzaken door het krabben. Bij katten hoeft de parasiet niet in het oor voor te komen maar kan deze op het hele lichaam verblijven, vooral rond de hals en achteraan aan de staartbasis kan deze parasiet klachten veroorzaken bij katten. Gezien de levenscyclus moeten we drie weken behandelen. Daarbij overleven de mijten probleemloos drie weken in de omgeving. Omgevingsbehandeling is dus een noodzakelijk onderdeel van de behandeling. Voldoende lang behandelen is de boodschap en vaak is een falende behandeling één die niet lang genoeg werd uitgevoerd. Bij de kat lokaal in het oor én op het lichaam behandelen, d.m.v. pipetten. Dit laatste wordt vaak vergeten en veroorzaakt een langdurige oormijt problematiek.
  •  
    • De Herfstmijt. De herfstgrasmijt is een parasiet ter grootte van een speldenknop die vooral opvalt door zijn oranjerode kleur. Vooral in de zomer en de herfst ligt de mijt in het gras op de loer, wachtend op zijn gastheer. Deze mijt leeft op rottend plantaardig afval en leeft maar 15 dagen op mens en dier. De volwassen mijt voedt zich met plantenmateriaal, maar de larve heeft de lymfevloeistof van het gastdier nodig om te overleven. Hij veroorzaakt dan jeuk in de nazomer en de jeuk zal zich beperken tot de poten en buikzijde. Bij grondige inspectie zien we de oranje mijten op de jeukende plaatsen. De beet van de larve kan vooral bij gevoelige dieren allergische reacties veroorzaken met ernstige jeuk tot enorme huidirritaties.

3. Insecten

Insecten hebben een drieledig lichaam met een kop, thorax en buik. Huidreacties ontstaan door mechanische irritatie door de insecten en door de overgevoeligheid van de huid op de lichaamsvreemde allergenen van de insecten.

    • Luizen leven hun hele levenscyclus op de gastheer en leven niet lang in de omgeving. We zien problemen vooral ontstaan bij slechte hygiëne, overbevolkte kennels en bij zieke dieren. Bij de kat komen vaker luizen voor dan bij de hond. Er zijn bijtende luizen en zuigende luizen. Bloedzuigende luizen kunnen een erg bloedtekort veroorzaken. Bij een deel van de dieren zijn er geen symptomen, zij fungeren als asymptomatische dragers.
    • Vliegen en maden. De vleesetende Europese vlieg kan eieren deponeren in wonden en erge huidletsels veroorzaken.
    • Vlooien zijn bloedzuigende insecten. Vlooien zijn vooral besmettelijk via de omgeving en niet van dier op dier. Hun cyclus verloopt via eieren, larven en cocons in de omgeving. We onderscheiden:
      • De kattenvlo: is niet gastheer specifiek en komt het vaakst voor, ook op de hond. Hij verblijft het liefst op zijn gastheer en zal niet vaak overspringen naar een ander dier. Verspreiding verloopt via duizenden eieren die niet aan de haren plakken maar op de grond vallen en larven in de omgeving, cocons overleven heel lang in de omgeving. Lage temperaturen zijn dodelijk voor de parasiet, 5 dagen bij -1°C is dodelijk voor alle stadia van deze parasiet.
      • De hondenvlo: komt alleen op de hond voor maar werd weinig bestudeerd, we zien bij de hond vaker de kattenvlo.
      • De egelvlo: zien we sporadisch op de hond of kat, de kop kan plots vol zitten met vlooien, die blijven er echter niet lang op zitten.
      • De mensenvlo.

Vlooien zijn ziekteverwekkers omdat:

      • Ze consumeren veel bloed.
      • Ze injecteren vreemde eiwitten.
      • Ze brengen ziekten en infecties over zoals de lintworm.

Vlooien kunnen zonder symptomen op een dier verblijven maar ze veroorzaken vaak een overgevoeligheidsreactie. Klachten presenteren zich als jeuk, kaalheid, papels en hotspots; vooral op het achterlichaam en aan de staartbasis. Soms zien we een algemene likdermatitis in respons op de jeuk.

Vlooien consumeren veel bloed, 75 vlooien drinken 1 ml per dag. Na 15 dagen kan een pupje nagenoeg leeggedronken zijn en sterven aan de vlooien.

Een overgevoeligheidsreactie ontstaat omdat de huid reageert op stofjes uit het vlooienspeeksel. Bij een vlooienallergie volstaat 1 beet per week op de allergie constant te onderhouden. Een vlooienallergie kan pas ontstaan nadat het dier gesensibiliseerd is door herhaalde bijtacties van vlooien.  We zien vlooienallergie dan zelden bij jonge dieren. Atopische honden  (atopie is de aanleg van een dier om antistoffen van het type IgE te maken specifiek gericht tegen onschuldige stoffen die in de omgeving voorkomen) zijn gepredisponeerd tot een vlooienallergie. Een overgevoeligheidsreactie gaat weliswaar gepaard met een afname van het aantal vlooien, zodat het bij patiënten met een vlooienallergie soms moeilijk is de weinige vlooien te vinden. Daardoor worden ze soms ten onrechte als vlo-vrij verklaard maar blijft de allergie onderhouden. Bij een jeukpatiënt ontvlo je best heel grondig en meermaals.

Bij een allergie zal herhaalde blootstelling aan een lichaamsvreemde substantie leiden tot een afwijkende afweerreactie van het immuunsysteem.  Deze overgevoeligheidsreacties worden in vier types opgedeeld, type I,II, III en IV.

Jeuk kenmerkt allergische huidaandoeningen en ontstaat wanneer de individuele jeukdrempel overschreden wordt. Dit drempelfenomeen verklaart waarom dieren die vb. allergisch zijn tegen huisstofmijt (het hele jaar aanwezig) enkel jeuk hebben tijdens het stuifmeelseizoen. De optelsom van beide allergenen overtrad hierbij de individuele jeukdrempel. Jeuk is echter geen absoluut symptoom voor allergie. De jeuk ontstaat door vrijstelling van ontstekingsmediatoren die betrokken zijn in het ontstekingsproces van de huid. Vooraleer te stellen dat jeukgerag door een allergie wordt veroorzaakt, moeten alle andere oorzaken van jeuk worden uitgesloten.

Allergische aandoeningen kunnen op zichzelf ontstaan of samen voorkomen. Zo kan een dier met een voedselallergie ook een atopie hebben (een atopie is een overdreven Ig E respons op diverse stoffen uit de omgeving die door de huid binnendringen). Wanneer we de voedselallergenen wegnemen kan het zijn dat we het dier onder zijn individuele jeukdrempel brengen en de atopie geen verder klachten geeft.

Het typisch klinisch profiel van de allergiepatiënt omvat:

  • Jeuk; dikwijls aan de poten en oren maar evengoed het hele lichaam.
  • Bacteriële infecties van de huid.
  • Malassezia (gist) inefcties van de huid.
  • Oorontstekingen een- of tweezijdig.

De ergheid van de jeuk is de optelsom van:

  • De primaire allergie.
  • De jeuk afkomstig van de bacteriële infectie.
  • De jeuk afkomstig van de Malassezia.
  • De jeuk afkomstig van de oorinfectie.

 

Wij bespreken

  1. Urticaria
  2. Atopie
  3. Voedselallergie
  4. Vlooienallergie
  5. contact dermatitis
  6. Drug reactie

 

1. Urticaria of angioedeem

Een type I overgevoeligheid met histamine vrijstelling dat vooral geeft jeuk bij jonge dieren. De oorzaak is het verkennend gedrag en de vele stoffen waarmee de dieren in contact komen, zoals vaccinaties, voeding, omgevingsstoffen, parastieten, etc.

Er is een snel optredende jeuk met oedeemvorming (zwelling) dikwijls op de kop, soms op de poten of romp. Meestal volstaat een eenmalige therapie met antihistaminica en corticosteroïden maar indien de klachten steeds terugkeren moet het specifieke allergeen gezocht worden (voeding, medicijn, parasieten,…?)

2. Atopie

Atopie bekent dat uw dier overgevoelig is voor ‘onschuldige’ stoffen uit de omgeving. Uw dier eet die stoffen niet op zoals bij een voedselallergie. De lichaamsvreemde stoffen dringen door de huid binnen. Deze stoffen worden allergenen genoemd. Atopie bij de hond is een erfelijke predispositie om een type I overgevoeligheidsreactie te ontwikkelen op omgevingsallergenen. Deze allergenen zijn pollen (grassen, onkruid en bomen), huidschilfers, huisstof-en voedermijten die percutaan penetreren (door de huid). Afhankelijk van het allergeen kan de atopie seizoensgebonden zijn zoals bij pollen. We zien atopie vaak bij de Duitse Herder, Labrador/Golden Retriever,  Shar-Pei, Shih-Tzu, Boxer en Terriërs.  Bij de kat is er géén erfelijke predispositie en komt atopie minder vaak voor.

Atopie komt voor als het dier voor langere tijd blootgesteld wordt aan bepaalde stoffen uit de omgeving. Het immuunsysteem herkent dan de stoffen en gaat ze als schadelijk beschouwen. De antistoffen die dan worden aangemaakt veroorzaken een jeuk- en ontstekingsreactie. We zien de ziekte dan ook pas ontstaan bij dieren ouder dan zes maanden en heel zelden bij jongere dieren. Wanneer we het allergeen wegnemen zullen de klachten snel verdwijnen. Behalve de type I overgevoeligheidsreactie vertonen deze dieren vaak ook andere defecten zoals defecten van de huid barrière en een sterke verkleving van bacteriën op de hoornlaag van de huid. Er ontstaat jeuk en door het krabben raakt de huid verder geïrriteerd en ontstaan er nog meer ontstekingen.

Het klinische profiel van een atopische patiënt omvat:

    • Jeuk, al dan niet constant en variërend in ergheid. Zoals beschreven is jeuk een optelsom van verschillende factoren, zoals de onderliggende allergie en aanwezige infecties van de huid. De huid kan rood worden, schilferen, kaal worden, verdikken (olifantenhuid) of zwart verkleuren. Door infecties als gevolg van de atopie kunnen de klachten erger worden. Er ontstaan dan pukkels of puistjes, korsten en nog meer jeuk.
    • Otitis of oorontstekingen: oorproblemen komen vaak voor bij atopische patiënten en kunnen zelfs het enig symptoom zijn van een atopie. De gehoorgang is dan ook niets meer dan huid zonder haar waar allergieën graag de kop opsteken.
    • Bacteriële en/of gistinfecties van de huid.
    • Soms luchtwegproblemen en oogontstekingen.
    • En atopische kat zal zich veelal kaal likken of het eosinofiel granuloomcomplex ontwikkelen. Het eosinofiel complex is een aandoening bij katten en betreft meestal een goed begrensde en niet pijnlijke ronde plek van verdikte huid met bleke tot roze kleur.  Het letsel kan overal op de huid, de zoolkussens en in de mondholte voorkomen, voor meer info zie mond.   Belangrijk is ook te weten dat astma bij de kat een uiting kan zijn van een atopie.

 

Een atopie kan mogelijks behandeld worden tot een aanvaarbare controle van de ziektetekenen maar zal niet leiden tot een blijvende genezing. Er zijn verschillende manieren om te behandelen, vergeet nooit rekening te houden met de individuele jeukdrempel van je dier. D.wz. minimaliseer die zaken die jeuk veroorzaken, zoals bijkomstige infecties met bacteriën of gisten.

  1. Om de diagnose “atopie” te stellen moeten eerst alle andere oorzaken van jeuk uitgesloten worden en moet men zeker zijn dat vlooien niet de oorzaak zijn, door een optimale vlooienbehandeling. Ook andere allergieën of huidinfecties kunnen jeuk geven en verward worden met atopie. Allergietesten in het labo geven niet steeds een doorslaggevend resultaat, waardoor allergieën zoals een voedsel-of vlooien allergie nog steeds best worden gecontroleerd door het allergeen weg te nemen d.m.v. een correcte vlooienbehandeling of voedingstest waarbij het allergenen langdurig worden weggehouden.
  1. Als er inderdaad sprake is van een atopie (oorzaak: de omgevingsallergenen dringen door de huid naar binnen ) moet men de uitlokkende allergenen trachten te elimineren. Eliminatie van het allergeen is de ideale en snelle oplossing, jammer genoeg niet steeds haalbaar; want mijten vb. zijn overal aanwezig. Identificatie van het allergeen kan wel heel handig zijn ter preventie, zoals bij seizoensgebonden overgevoeligheid.
  2. Wanneer reactie op vlooienbeten is uitgesloten en de klinische (waarneembare) klachten passen bij de diagnose atopie, dan heeft het zin om een allergietest te doen.
  3. Meestal is dit een bloedonderzoek en voor een optimaal resultaat kan er nog een uitgebreide huidtest gedaan worden. Met deze testen wordt bepaald waarvoor het dier atopisch en/of allergisch is.
  4. Symptomatische behandeling: de jeuk is de optelsom van de allergie en allerhande bijkomende infecties en huiddefecten. We kunnen de huid van buitenaf beschermen. Wassen met geschikte shampoos die gisten en bacteriën doden kunnen de jeukklachten sterk verminderen. Ook shampoos die de huid barrière herstellen zullen verbetering van klachten geven. Gebruik de shampoos voldoende lang zodat alle bacteriën en gisten gedood zijn. Ook worden veelvuldig immunosuppressieve therapieën opgezet, zoals vb. cortisone. Deze medicaties kunnen de klachten sterk verminderen maar hebben ALLEEN effect als er geen bacteriële- of gistinfecties op de huid aanwezig zijn.
  1. Essentiële vetzuren geven een vermindering van jeukklachten bij een groot deel van de patiënten. Bij 10% van de patiënten is deze “gezonde” aanvulling zelfs voldoende om de klachten onder controle te houden. Het enige nadeel is dat essentiële vetzuren voldoende lang moeten geven worden voordat men het positieve effect zal zien, meestal een drietal weken. Omega 3 en 6 vetzuren helpen tegen een droge huid, omdat ze hydraterend en bacterie dodend werken. Deze vetzuren zitten in bepaalde voeding, maar ook hydraterende shampoo’s of pipetten met omega 3 en omega 6 vetzuren toedienen op de huid kan helpen.
  2. Behandel en verzorg de oren. Bij een atopie dringen allergenen door de huid. De huid van de oren is dan ook vaak aangetast. Omgekeerd kan een aangetaste oorhuid (vb door oormijt) de huid barrière in het oor beschadigen en doordringbaar maken voor allergene stoffen. Oorontstekingen moeten grondig en lang worden behandeld. Elke dier moet propere oren hebben waarvan de huid volledig intact is. Vroeger hadden honden opstaande oren. Het is sinds de komst van fokkers rond 1800 dat honden hangoren kregen. Rassen met hangoren hebben nood aan oorverzorging. Dieren die regelmatig oorklachten hebben kunnen preventief bepaalde oorreinigers gebruiken om de kans op oorontsteking te verkleinen.
  3. Bij hyposensibilisatietherapie wordt getracht het dier te desensibiliseren door herhaalde dosissen van het allergeen in toenemende mate binnen te brengen. De resultaten zijn uiteenlopend, bij een deel zien we een sterke vermindering van klachten maar bij een deel zien we geen resultaat van deze behandeling.

3. Voedselallergie

    • Een voedselallergie is een overgevoeligheidsreactie van het type I, II of IV.
    • Elke bestanddeel uit het voer kan een allergie induceren.
    • De meest voorkomende voedselallergenen zijn: rund, zuivel, kip, ei, lam, schaap, tarwe, soja, mais en vis. Verborgen allergenen (sporen van) zijn een probleem.
    • Klachten ontstaan onafhankelijk van de hoeveelheid dat werd gegeten, een klein beetje is voldoende.
    • De klachten bestaan al op jonge leeftijd. Klachten kunnen na inname van het allergeen tot 8 weken aanhouden.

 

Een pure voedselallergie is zeldzaam bij de hond.

Een hond zal wel vaak voedselintolerant zijn aan zijn met de bijhorende darmklachten en algemeen ziek maken, maar is zelden allergisch aan voeding. Desondanks krijgen veel hond de onterechte diagnose van een voedselallergie. Bij voedselintolerantie zal de huid niet jeuken; je dier zal gevoelige darmen krijgen. Zie voor meer info bij darmverzorging. Honden zijn vaak wel gevoelig aan atopie, waarbij de omgevingsstoffen door de huid penetreren, maar ook dat heeft niets te maken met de voeding. Deze ziekten worden vaak door elkaar verward waardoor het probleem niet onder controle komt.

Bij een voedselallergie krijgen we heel erge jeuk op de huid als voornaamste klacht. Het is een patiënt die een constante intense jeuk ervaart. De jeuk is niet seizoensgebonden. De jeuk is erg, veelal erger dan bij een atopiepatiënt. De jeuk reageert NIET op cortisone therapie (in tegenstelling tot een atopie waar cortisone wel helpen). Daarnaast zien we huidletsels, huidontstekingen en oorontstekingen. Een oorontsteking kan (net zoals bij atopie) de enige uiting zijn van de voedselallergie.

Een pure voedselallergie komt vaker voor bij de kat

Bij de kat zien we vooral mutilerende letsels aan de kop en hals die lijken op grote chronische wonden. Daarnaast kunnen katten zich kaal likken, zijn vele korstjes voelbaar en/of ontwikkelen ze het eosinofiel granuloom complex.

          Doe de voedingstest en doe hem voldoende lang

Onderzoek wijst uit dat dierlijk eiwit bij het grootste deel van de allergische dieren voor de reactie zorgt. De meest voorkomende voedselallergenen zijn rund (32,4 procent), zuivel (17,9 procent), kip (15,2 procent) en tarwe (12,7 procent). De eiwitten in ‘hypoallergene’ voeding zijn in zulke kleine stukjes gehakt, dat het lichaam het eiwit niet als dusdanig herkent en er niet meer ongewenst op reageert.

  1. Voorbereiding van de patiënt: zorg ervoor dat alle infecties met bacteriën, mijten en gisten op de huid behandeld worden.
  2. Dieet analyse: kijk wat het dier allemaal eet.
  3. Dieet keuze: bepaal een nieuw dieet en kies de ingrediënten nauwkeurig na allergie- bloedonderzoek of geef geheel hypo-allergeen voer.
  4. Schakel op 5 dagen om van voeding om maagdarmstoornissen te voorkomen.
  5. Doe de test voor 3 maanden, nooit korter! Na 6 weken moet er al een serieuze vermindering zijn van de jeukklachten. Bij het uitsluiten van een voedselallergie is het belangrijk dat uw dier uitsluitend deze hypoallergene voeding krijgt, zonder snacks of tussendoortjes! Anders is de test volledig waardeloos.
  6. De provocatietest geeft zekerheid. Zodra de patiënt volledig jeukvrij is begin je één ingrediënt van de voordien opgestelde ingrediëntenlijst terug bij het voer te toe voegen. Voeg elke 14 dagen één ingrediënt toe. Doe het nooit sneller.
  7. Zodra er bij toevoeging van 1 ingrediënt erg jeuk optreedt is de diagnose van voedselallergie definitief bewezen.

4. Vlooienallergie bij honden en katten

Er is sprake van een vlooienallergie wanneer uw hond of kat een overdreven reactie ontwikkelt op een vlooienbeet en het speeksel van de vlo. Een overgevoeligheidsreactie ontstaat omdat de huid reageert op stofjes uit het vlooienspeeksel. Bij een vlooienallergie volstaat 1 beet per week op de allergie constant te onderhouden. Een vlooienallergie kan pas ontstaan nadat het dier gesensibiliseerd is door herhaalde bijtacties van vlooien. We zien vlooienallergie dan zelden bij jonge dieren.

Atopische honden  (atopie is de aanleg van een dier om antistoffen van het type IgE te maken specifiek gericht tegen onschuldige stoffen die in de omgeving voorkomen) zijn gepredisponeerd tot een vlooienallergie. Deze allergie gaat weliswaar gepaard met een afname van het aantal vlooien, zodat het bij patiënten met een vlooienallergie soms moeilijk is de weinige vlooien te vinden. Daardoor worden ze soms ten onrechte als vlo-vrij verklaard maar blijft de allergie onderhouden. Een jeukpatiënt ontvlo je sowieso best heel grondig en meermaals. Het belangrijkste voor dieren met een vlooienallergie is een goede preventieve vlooienbestrijding. Daarnaast kan het nodig zijn om tijdelijk de jeuk en ontstane plekken te behandelen.

5. Contact dermatitis

Er is een verschil tussen allergische reacties op stoffen en irritaties op stoffen. Bij een irritatie is er éérst een beschadiging door de stof, waarna de huid ontsteekt. Bij een contactallergie gaat het over een overgevoeligheid van het type IV ten aanzien van stoffen.

De dieren vertonen een matige jeuk dien zoals de naam doet vermoeden, voorkomt op de plaats waar er contact wordt mee gemaakt.  De meest voorkomende stoffen die contactallergieën uitlokken vinden we in de omgeving (schoonmaakmiddelen, vloerkleed, rubber, plastic,….enz.), in planten en in lokale medicaties (shampoos, vlooienband, en andere huidproducten).

We zien veelal lokale jeuk en letsteltjes, zoals op de mond door het kauwspeelgoed of op de oren bij contactallergie tegen oor medicatie. De huidletsels zijn ALTIJD aanwezig en de jeuk is minder erg. De letsels beperken zich tot de contactplaatsen. Contactallergie kan ook algemene jeuk en letsels veroorzaken als de allergene stof de hele huid heeft geraakt, zoals na shampoogebruik.

Er is 1 ras predispositie: de grasallergie bij de Dobberman, Labrador en Weimaraner. Deze dieren hebben jeuk en letsels aan de poten.

6. Drug reactie

De huid is mede door zijn vermogen tot afbraak van medicijnen een belangrijk doelwit bij Drug Reactions. Dit is een allergische reactie van het type I tem IV ten aanzien van toegediende medicaties. Deze medicaties kunnen zowel oraal, percutaan via inhalatie of injectie zijn toegediend. Elke chemische stof, gaande van vitaminen tot medicijnen kan als drug beschouwd worden, dewelke de allergische reactie in gang kunnen zetten.

Bij een drug reaction zal het dier zal systemisch ziek worden met koorts, gewrichtsaandoeningen, nierfalen en leverfalen. Daarnaast zien we een ernstige huidreactie. De huidreactie kan allerlei letsels veroorzaken, met zelfs het afsterven van een deel van de huid. We zien pustels, wonden, schilfers, zwelling, kaalheid, blaarvorming, etc. In tegenstelling tot de andere allergieën jeuken drug reactions minder tot niet. De huid zal bij drug reations wel heel pijnlijk zijn en het zal zijn tijd nodig hebben om te genezen. Het volstaat te zeggen dat medicijnen die bij je dier een drug reactie uitlokken, nooit opnieuw mogen gegeven worden. Dikwijls zal er bijkomstig cortisone gegeven worden om de drug reactie te stoppen, maar dit is mogelijks tegenaangewezen omdat cortisone het vastzetten van toxische afvalstoffen in de huid bevorderen.

Jeuk herkennen bij de hond:

  • krabben-schuren-bijten
  • Kaalheid door zelftrauma
  • Sleetje rijden
  • Mutilatie of zelfverminking

 

Jeuk bij de kat herkennen:

  • Kaalheid door likken
  • Erosieve/ulceratieve letsels aan de kop en hals: de typische grote wonden aan de kop/hals bij katten die niet zomaar willen genezen.
  • Verspreide korstjes = miliaire dermatitis
  • Eosinofiel granuloom complex (zie voor meer info bij de mondverzorging), deze granulomen zien we vaak aan de mond.

 

Oorzaken jeuk (ze zijn niet zo oneindig als gedacht, werk desnoods per uitsluiting om de exacte oorzaak te achterhalen).

  • Oorzaken in de huid
    • Infectie met parasieten (vb. vlooien), bacteriën of gisten (denk aan Malassezia) zoals besproken bij de parasieten.
    • Allergische aandoeningen zoals besproken onder allergieën, vooral atopie bij hond en voedselallergie bij de kat.
    • Fysiologische jeuk zoals bij pups of teven in oestrus.
    • Lesionale jeuk vb. bij Pemphigus of urticaria waarbij kleine letsels openbarsten en jeuken.
    • Paraneoplastische jeuk is eerder zeldzaam en wil zeggen dat er ergens een tumor woekert.
    • Heel zeldzaam is er geen exacte oorzaak en wordt de jeuk idiopatisch genoemd.
  • Psychische oorzaken zijn zeldzaam maar komen voor. Echter worden veel jeukpatiënten ten onrechte als psychische jeukpatiënt aanzien. De uitspraak: hij rijdt alleen sleetje als hij stress heeft moet vertaald worden naar: zijn individuele jeukdrempel is overschreden bij stress, maar de hond heeft constant een bepaalde jeuk. Een hond krijgt geen jeuk door stress. De hond had al jeuk, de stress is louter het laatste duwtje om tot jeukgedrag over te gaan. De wel gekende psychische jeukaandoeningen zijn: staartbijten bij de Herder en Bull Terriër, flankzuigen bij de Dobermann en likdermatitis bij de Poedel. Bij de kat is het Feline hyperesthesie syndroom oftewel het feliene psychogeen alopecie en dermatitis gekend als een psychisch lijden dewelke resulteert in erge jeuk.
  • Neurologische oorzaken van jeuk (zeldzaam): bij Cavaliers en Pointers is er een neurologische vorm van jeuk, respectievelijk Syringohydromyelie geeft eenzijdig kopjeuk bij de Cavalier en pups van Pointers verminken hun pootjes bij het pointer-mutulatie-syndroom.

 

Algemene richtlijnen zijn niet mogelijk zonder uitzonderingen… maar:

Heel intense jeuk -quasi constante jeuk zijn suggestief voor schurftmijt en voedselallergie.

Honden zijn gevoelig voor atopie, waarbij de omgevingsallergenen door de huid dringen. Bij deze dieren moet je wassen met geschikte shampoos om de huid intact te houden en de aanwezige bacteriën en gisten te doden (die er quasi altijd opzitten). De aandoening ontwikkeld zich in de loop der jaren en zien we zelden bij dieren jonger dan 6 maanden, de piek van klachten zien we rond het derde levensjaar.

Een vlooienbesmetting en een vlooien allergie zien we vaak bij hond en kat. Het probleem is dat we amper vlooien zien bij allergische dieren. Je kan best eens 6 maanden aan volledige vlooienpreventie doen om te kijken of dit verbetering brengt.

Een voedselallergie zien we vooral bij katten, honden zijn eerder voedselintolerant zonder noemsenswaardige jeukklachten. Bij katten met een voedselallergie zien we vaak niet-genezende wonden. Soms zijn de wonden al jaren aanwezig, maar genezing is mogelijk als het allergeen wordt weggenomen en een bacteriële kweek van het letsel een eventueel aanwezige infectie moet aantonen (ter info, nagenoeg alle wonden zijn na enkele dagen al geïnfecteerd). Een voedselallergie zien we al op heel jonge leeftijd.

Perzische katten met jeuk zijn verdacht van een schimmelinfectie met Microsporen of schilfermijten.

Atopie: jeukklachten nemen toe met de tijd en zijn soms seizoensgebonden, de jeuk is matig. Klachten vanaf 3 jaar duidelijk aanwezig. Voedselallergie: acute jeuk vaak al op jonge leeftijd als pup en kitten, opvallend is de hevige jeuk, het dier zal amper stoppen met krabben. Cortisone helpen de jeuk niet te stoppen.

 

Een bruikbaar overzicht:

  • Is de jeuk acuut ontstaan: voedselallergie
  • Is de jeuk progressief: atopie
  • Is de jeuk constant: schurftmijt en voedselallergie
  • Is de jeuk wisselend: atopie
  • Is de jeuk seizoensgebonden: vlooienallergie, atopie, plantencontact en herfstmijt.

 

Zoek de oorzaak stap voor stap:

  1. Sluit alle parasitaire oorzaken uit.
    • Let op bij vlooienallergie zal je dier amper vlooien hebben en zijn deze niet te vinden. Toch moeten we net deze dieren maandelijks behandelen.
    • Geef 3 pipetten met twee weken interval tegen alle mijten.
  1. Sluit alle andere huidinfecties uit, vooral de bacteriën en gisten.
    • Laat een staal van de huid nemen voor labo-onderzoek. Sommige bacteriën kunnen na jaren op de huid te leven behoorlijk resistent zijn aan behandelingen omdat ze veelvuldig ontoereikend werden behandeld.
    • Vergeet NOOIT de gisten. Was je dier met geschikte shampoo. Meestal twee keer per week wassen en na 3 weken zullen we bij nagenoeg alle patiënten een verbetering zien. Gisten zullen steeds bijdragen aan de jeuk, of ze nu al dan niet de primaire oorzaak zijn.
  1. Als dier na bovenstaande nog steeds krabt:
    • Sluit allergieën uit. Bij hevige jeuk: doe de voedingstest voor lange tijd (zie meer info onder voedingsallergie. Bij lokale jeuk, kijk welke stof er contact maakt met de huid, denk aan wasmiddel, speelgoed….kijk goed naar de plaats van het letsel en zoek de link.
    • Sluit hormonale invloeden uit bij pups, zwangerschap en senioren.
    • Sluit tumorale processen uit.
  1. Sluit gedragsproblemen uit. Jeukklachten komen maar zelden door gedragsstoornissen. Meestal leidt de jeuk tot een gedragsstoornis en NIET omgekeerd.

 

Voetlikkers

  • Parasieten: demodex en herfstmijt
  • Gistinfectie: Malassezia en candida
  • Allergie – atopie – voedselallergie – contactdermatitis
  • Gedragsproblemen en stress

Wij bespreken

  1. Eosinofiel granuloomcomplex kat
  2. Symmetrische kaalheid
  3. Miliaire dermatitis, korstjes
  4. Overige typische huidaandoeningen kat

1. Het eosinofiel granuloom complex

Het eosinofiel complex een aandoening bij katten en betreft meestal een goed begrensde en niet pijnlijke ronde plek van verdikte huid met bleke tot roze kleur.  Het letsel kan overal op de huid, de zoolkussens en in de mondholte voorkomen.  

Het is een aandoening die vaak verband houdt met een onderliggende allergie of intolerantie. De onderliggende allergie of intolerantie dient nagegaan te worden. Daar rust de behandeling op. Tijdelijk kunnen antibiotica en cortisone aangewezen zijn. Vlooienallergie en voedingsintolerantie tot voedingsallergie komen frequent voor bij de kat. Als eigenaar kan je best de voeding aanpassen en aan grondige vlooienpreventie doen. Ook een infectie of een vreemd voorwerp (plantenmateriaal of insect) kunnen een eosinofiel granuloom uitlokken.

Eosinofielen zijn witte bloedcellen die betrokken zijn bij parasitaire en allergische reacties. Normaalgezien zal de eosinofiele cel lichaamsvreemde stoffen die het lichaam binnendringen proberen te doden door ‘blaasjes’ met afweerstoffen los te laten. Bij het eosinofiel complex blijven de cellen langer dan nodig in de huid zitten of laten ze afweerstoffen los zonder gegronde reden, zoals bij allergie of overgevoeligheidsreactie. 

We zien 3 van het eosinofiel complex:

  • Eosinofiel granuloom of de indolente ulcus is een goed begrensde zwelling van de bovenlip met een geel tot roze oppervlak. Deze plekken zien we bijna altijd op de bovenlip voor, maar kunnen ook in de mond voorkomen. Ondanks het soms grote letsels zijn heeft de kat er weinig jeuk. Het kunnen pijnlijke letsels worden waarbij er een stuk lip lijkt te verdwijnen en een diepe wonde ontstaat, de ulcus.
  • Eosinofiele plaque:  grote, vochtige, kaal gelikt letsel op de huid van meestal de buik of liezen. Jeukt wel enorm en katten likken veel.
  • Collagenolytische granuloom: niet jeukende grote lineaire letsels aan de achterkant van de poten, kin en lippen. De letsels voelen stevig aan, zien ietwat gelig en jeuken niet, in een later stadium treedt ulceratie op en wordt het pijnlijker.

2. Symmetrische kaalheid

  1. Zelf traumatische alopecie: haarbijten doen katten in respons op stress of jeuk de kaalheid is vaak symmetrisch. De katten vertonen overmatig poestgedrag en ogen ietwat asociaal.
    • De oorzaak van de jeuk dient heel grondig nagegaan te worden, denk aan demodex en oormijt op het lichaam! Denk aan voedselallergie en vlooienallergie.
    • Stress dient onderzocht te worden. Laat de schildklierwaarden bepalen. Stressvolle katten zijn vaak katten met hyperthyreoïdie. Deze aandoening komt vaak voor bij de kat. De stress zal leiden tot angst en likken, tot kaal likken.
  1. Niet traumatische kaalheid, de spontane vorm:
    • infecties (schimmels en mijten), het meest frequent
    • door langdurig eiwit dieet bij nierfalen
    • aangeboren, soms gewenst zoals bij de Sphynx kat
    • immunologisch
    • toxisch na contact met Diesel
    • een tumor elders in het lichaam

3. Miliaire dermatitis – korstjes

De kat heeft vele kleine korstjes op de huid met als onderliggende oorzaken vooral parasieten (mijten en vlooien), infecties (schimmelinfectie) en allergieën (vlooienallergie en voedingsallergie). Soms door pemphigus of eosinofiel syndroom.

De plaats van de korstjes kan een hulpmiddel zijn om de oorzaak te vinden:

  • Op de kop en oren: denk aan oormijt, vlooien(allergie), voedselallergie, pemphigus en atopie.
  • Op het achterlichaam: denk aan oormijt! en vlooien.
  • Op de rug: denk aan schilfermijt en schimmels.
  • Rug en buik: denk aan voedselallergie, luizen, vlooienallergie en atopie.
  • Alleen op de buik: denk aan de herfstmijt.

4. Overige

Het feline Herpesvirus kan huidklachten geven met korsten, zweren en ulcussen. De letsels zien we op de kop. Bij het Feline calicivirus zien we huidlestels op de kop maar ook elders op het lichaam en in de mond. Van het calicivirus bestaan er virulente mutanten die zelfs bij gevaccineerde poezen huidletstels kunen veroorzaken.

Plasmacel pododermatitis, een sponsachtige zwelling van de voetzolen. 40% van deze katten zijn FIV positief, 60 % niet. De katten hebben in het bloed teveel gammaglobulines. De behandeling richt zich op het onderdrukken van het immuunsysteem en eventueel verwijderen van te pijnlijke voetzolen.

Het dirty Face syndroom bij de Pers wordt gekenmerkt door zwart secreet op de huid van de kop en oren. De jeuk zal toenemen en heel erg worden. De jeuk stopt niet met cortisone, wel met ciclosporine.

Het huidfragiliteitssyndroom komt zelden voor en deze dieren moeten natuurlijk voorzichtig gehanteerd worden zo niet zal de huid scheuren.

Urticaria pigmentose is een aandoening bij de Sphynx en de Devon Rex. De dieren krijgen papeltjes op de huid die nadien bruin-zwart worden. Het jeukt niet en verloopt cyclisch.

Het cutaan spinocellulair carcinoom is een aandoening bij witte katten die in de zon liggen. De oorranden zullen tumoraal omvormen met roodheid, ulceratie en korstjesvorming.  

Het fibrosarcoom na injectie: bij katten kan er na een injectie of vechttrauma een zwelling ontstaan. Veelal is dit een abces. Maar indien de zwelling er langer dan 3 maanden blijft staan, dan zal de zwelling zijn omgevormd tot een tumor en moet deze weggenomen worden. Mastceltumoren komen voor bij de kat, vooral bij de siamees. Deze aandoening met noduli op de kop is bij de kat veelal goedaardig (in tegenstelling tot de hond).

Metabole huidaandoeningen (oudere honden)

Het hepatocutaan syndroom. Daarbij hebben oudere honden, die meestal tevens lever of suiker afwijkingen hebben, huidlestels op steunplaatsen (voetzolen, ellebogen,…). Deze dieren hebben nood aan volwaardige eiwitten, zink en essentiële vetzuren. 

Nutritionele huidaandoeningen

  • Zink-afhankelijke huidontstekingen

De lethale acrodermatitis zal bij jonge Bull Terriër leiden tot sterfte door een gestoord zink-metabolisme

Bij groeiende pups ontstaat sneller een zink tekort doordat het verbruik hoog ligt. Vooral bij pups van grote rassen met een voer rijk aan calcium neigen soms een zinktekort te ontwikkelen.

Bij de Siberische Husky en de Alaskian Malamute zien we vaak seizoensgebonden klachten waarbij zink een rol speelt.

Auto-immune aandoeningen bij dieren

Auto-immune aandoeningen werden bij dieren pas beschreven inde jaren 70 en onderzoeken zijn nog steeds gaande (ook bij de mens). De diagnose van de ziekte is belangrijk, maar onvoldoende om een prognose te maken. Er zijn veel individuele verschillen van deze ziekten en de respons op medicaties. Sommige dieren zijn te helpen, andere dan weer niet.

We onderscheiden:

  • directe auto-immune aandoeningen, hierbij wordt een stofje in de huid zelf aangevallen en
  • indirecte auto-immune aandoeningen waarbij antistoffen in de bloedcirculatie de huid aanvallen.

Gezien de zeldzaamheid van deze aandoeningen wordt er hier slechts een kort overzicht weergegeven. Bij vermoeden van deze ziekten gaat u best naar een gespecialiseerde dierenkliniek bij een goed dermatoloog.

  1. De pemphigus groep: blaasjes die gevormd orden omdat er antistoffen de “verbindingslijm” tussen de huidcellen aanvalt. Als resultaat laten de huidcellen los met blaasjesvorming. Bij de kat zien we meer korstjes en opvallende kazige pootjes. Pemphigus foliaceus is de meest voorkomende auto-immune huidaandoening en zien we dikwijls al op jonge leeftijd ontstaan. BLELANGRIJK de ziekte is veelal medicatie-geassocieerd, vb. ontstaan na vaccinatie. De prognose is sterk wisselend, sommige gevallen zijn niet te behandelen. Daarnaast onderscheiden we ook Pemphigus vulgaris, deze is zeer zeldzaam.
  2. De Pemphigoïd groep: hierbij vallen antistoffen de onderste laag van de huid aan, waardoor deze loslaat met heel sterke blaarvorming.
  3. Alopecia areata: witte bloedcellen vallen de haarbulbus en het melanine aan waardoor het dier kaal wordt. Dikwijls is er een spontaan herstel na 6 maanden, de eerste nieuwe haren zullen bleek zijn, soms is een lage dosis cortisone aangewezen. Raspredispositie bij de Teckel. Deze aandoening komt zelden voor. Let op: algemene haaruitval komt wel vaak voor, ze worden niet dikwijls door auto-immune aandoeningen veroorzaakt.
  1. Vitiligo: Een immunologische aanval op de melanocyten in de huid waardoor de huid en haren zullen verbleken. Hier is er opnieuw een sterke raspredispositie voor de Rottweiler, de Duitse herder, de Groenendaeler, de Yorkshire Terriër, de Dobermann en de Siamees.
  1. Ter volledigheid vernoemen we de overige auto-immune aandoeningen: Het uveo-dermatologische syndroom ( een immunologische aanval op melanine en oogkliniek); het relapsing polychondritis bij de kat, waarbij de oorschelpen zeer pijnlijk zijn en het discoid lupus.
Dogs
Cat

Producten

Resultaat 1–16 van de 42 resultaten wordt getoond