Telefoon +32 52 35 35 30
Ligging Opwijk, België
E-mailadres info@zorgvoorjedier.com

Wij verzenden binnen de BeNeLux - Naar de Shop

Informatie over Parasieten

Parasieten voorkomen en behandelen

Wij bespreken:

  1. Vlooien
  2. Wormen
  3. Teken
  4. Maden
  5. Giardia
  6. Toxoplasmose
  7. Mijten

De levenscyclus

Vlooien zijn kleine parasieten in de vachten van onze huisdieren. Zij voeden zich met het bloed van hun gastheer en veroorzaken jeuk.  Vlooien zijn vaak de oorzaak van erge jeuk en haarverlies bij je dier. Er zijn dieren met een specifieke vlooien allergie, ze reageren met erge huidklachten op een vlooien infectie. Herhaaldelijke infecties met vlooien vormen een verhoogd risico op het ontwikkelen van een vlooienallergie. Een dier besmet met vlooien zal hoogstwaarschijnlijk ook besmet zijn met de lintwormen.  60 Procent van de vlooien  draagt de eitjes van de lintwormen als tussengastheer in zich. Wanneer het dier bijt naar een zulke  vlo, dan zal het gelijktijdig besmet worden met talent worden.

Volwassen vlooien zijn slechts het topje van de ijsberg:  5% van de vlooien populatie.  95% van het probleem wordt gevormd door de eitjes, larven en poppen! Vlooien zijn insecten met verschillende levensfasen. Zoals vlinders leggen volwassen vlooien eieren (40/dag) waaruit larfjes komen (rupsen).  Deze larfjes zullen na verloop van tijd een pop (cocon) vormen, waarin de larve langzaam verandert in een volwassen vlo. Als de vlo “rijp” is en er loopt iemand langs (hond, kat of u) dan komt hij in een fractie van een seconde uit zijn cocon en springt op de passant.       Een vlo kan zeer lang in deze cocon overleven, tot wel twee jaar. Volwassen vlooien leven slechts een aantal weken.      

Een grote misvatting over vlooien is dat de meeste mensen denken dat vlooien overspringen van het ene naar het andere dier. Dat doen ze niet. Vlooien zijn trouw aan hun gastheer. De meeste besmettingen gebeuren via coconnen in de omgeving, niet door het overspringen van vlooien. Het geeft dus geen zin om je buur te verwijten dat je hond vlooien heeft. Cononnen liggen overal (op de grond, in het gras, op speelweiden, in tapijten). ‘s Winters gaat dit proces ook binnenshuis door dankzij de warme temperaturen. Het is een misverstand dat een vlooienbesmetting iets met hygiëne te maken zou hebben. Elke dier kan vlooien krijgen!

Zorg voor een vlo-vrije bestaan

Vlooien opsporen: Je ziet zwarte puntjes in de slaapplaats of op plaatsen waar het dier veel verblijft. Vlooienpoep bestaat uit kleine zwartachtige korreltjes, op nat keukenpapier kleuren ze roodachtig. Je kan vlooien proberen vaststellen met een vlooienkam, kam daarvoor enkele keren van voor naar achter in een vlotte beweging je dier, de staartbasis is een voorkeursplaats voor vlooien, kam dus ver genoeg naar achteren. Uw huisdier heeft jeuk (krabben, bijten, likken, schuren), wellicht al kale plekken met wondjes en korstjes op de lage rug en staart.          

Vlooien voorkomen: Wilt u zeker weten dat uw hond ok kat geen vlooien krijgt? Als je huisdier buiten gaat moet je een maandelijks pipet geven van april tot november. Bij dieren die niet buitengaan kan minder frequent volstaan, maar ook dieren die binnenshuis verblijven kunnen in contact komen met coconnen aan je schoeisel of door andere dieren die wel buitengaan. Pipetjes voor in de nek zijn de meest moderne en veilige middelen. Bovendien zijn die het gemakkelijkst toe te dienen. Met een pil (Bravecto) kan je  hond gedurende 3 maanden tegen vlooien beschermd zijn. Vlooienbanden geven dikwijls langdurige bescherming, ze moeten veilig zijn tegen ophanging.

Bij een vlooieninfectie moet u maandelijks behandelen voor zes maanden en dan is het goed om regelmatig te stofzuigen om zoveel mogelijk eitjes, larven en poppen te verwijderen. Vooral de ligplekken van de hond en/of de kat dienen regelmatig gezogen te worden. Ontworm je dier, vlooien dragen de eitjes van lintwormen. Je dier zal hoogstwaarschijnlijk lintworm in zich dragen.

De vlooienplaag: Een vlo in een cocon heeft warmte (zomermaanden of binnenshuis) nodig  en trillingen om geactiveerd te worden. Een vlooienplaag zien we dikwijls na een vakantie. Tijdens de afwezigheid van inwoners wachten de cocconen in de omgeving op de gepaste trillingen. Er wordt tijdens die periode ook niet gestofzuigd. Dus ook alle vers aanwezige eieren en larven zullen tot coconnen ontwikkelen. Alle poppen die in verschillende stadia aanwezig zijn ontwikkelen naar het punt toe dat ze op “springen” staan. En dan komt het blije gezin weer thuis (trillingen) en worden ze besprongen door vlooien, zelfs de benen kunnen massaal bespringen worden.  

Het eerste wat je moet doen: laat geen haar op je hoofd denken dat je je dier buiten moet zetten. Integendeel, u heeft u huisdier nodig om de vlooien aan te trekken. Geef je dier elke maand een pipet tegen de vlooien en laat je dier overal in huis lopen. De geactiveerde vlooien zullen op je dier springen maar sterven bij het drinken van het bloed van je dier. Bij een erge vlooienplaag kan je best 6 maanden behandelen bij je dier. Omgevingsspray:  bij een vlooienplaag gebruikt om de omgeving vlooienvrij te maken. Belangrijk bij het gebruik van een omgevingsspray: eerst grondig stofzuigen en dan pas sprayen! (door het zuigen ontstaan trillingen waardoor de poppen uitkomen, de spray doodt zo de meeste vlooien).

Een grote steekpoef in 2007 toonde tot 60% van de Antwerpse honden wormeieren uitscheidden. Van kennelhonden zou 1 op 3 besmet zijn met wormen. In gewone gezinnen zijn 1/20 honden besmet. Eigenaars weten soms te weinig af van wormen en lopen risico zelf besmet te worden. Een huisdier moet ontwormd worden.

Ontwormen= het doden van volwassen wormen. De larven en eitjes zijn minder gevoelig voor ontworming. Larve pas na 3 weken volwassen, eitjes zijn na 5 weken volwassen.

De soorten wormen

Lintwormen: Lintwormen hebben een tussengastheer (vb vlo) nodig waarin ze als larve leven,  alvorens volwassen te worden in hun eindgastheer (kond of kat). Besmetting zal vooral via vlooien, rauw vlees, en stoelgang gebeuren waarin de kleine larven zitten.

Klachten: weinig klinische klachten. Wel sleetje rijden door jeuk rond anus, rijstkorrels (de eitjes van de lintworm) rond anus en in mand.

Vossenlintworm zeldzaam maar gevaarlijk. Deze lintworm kan zeer gevaarlijk zijn voor de mens: de parasiet kan na enkele jaren grote niet-operabele gezwellen in het lichaam geven.    

Spoelwormen: Het is vooral voor spoelwormen dat een huisdier MOET ontwormd worden. De larven maken een tocht door het lichaam en komen via de bloedvaten in de lever, hart en uiteindelijk de longen.  Via de longen worden ze opgehoest waarna het dier ze inslikt en de worm naar de darm terug-keert. (Enkele larven worden ingekapseld in spieren, die bij vrouwelijke dieren tot een besmetting van pups leidt bij lactatie). De duur tussen besmetting en volwassen worm in de darm is 1 maand. Veel dieren met wormen hebben amper klinische klachten andere ontwikkelen chronische maagdarmklachten. Erg geïnfecteerde dieren kunnen vermageren, een slecht vacht krijgen en een bolle buik. Een niet ontwormd, jong dier met heel veel volwassen wormen in de darmen, kan een darmafsluiting krijgen. Spoelwormen besmetten ook de mens. Ongeveer 10% van de mensen heeft antistoffen tegen honden-of kattenspoelworm! Deze infecties kunnen bij kinderen erge en blijvende oog- en hersenschade  berokkenen.

Longwormen: Deze zijn zeldzamer maar wel in opmars, meerdere soorten. Deze parasiet begint meer en meer honden en katten als slachtoffers te maken. Infectie via orale opname van larven of eten van besmette slakken. Via de darm, gaan ze naar de lever en naar het hart. Ze leven als volwassen worm in de kleine longslagaders bij het dier. Bij longworm krijgen we vaker erge klinische symptomen als hoesten, sloomheid en slechte conditie. Als er te veel wormen zijn die de bloedvaten verstoppen, kan het rechter hart het bloed niet meer door de longen pompen. Het dier kan dan overlijden aan de infectie.

Zweepwormen of kennelwormen: komt vooral voor in kennels of vaste plaatsen waar dieren verblijven. Zweepwormen geven klachten, passend bij dikke darm ontsteking (slijm en bloed op de ontlasting). Dieren genezen vaak pas nadat ze uit de besmette omgeving worden weggehaald en elke 10 weken met een daarvoor geschikt middel worden ontwormd. 

Haakwormen: zeer schadelijke wormsoorten bij de hond. De larven dringen via de huid binnen (onderkant van de poten) en reizen naar de dunne darm waar ze zich met bloed en darmweefsel voeden. Op hun reis kapselen sommige larven zich in voor besmetting van latere pups. Darm: hier zijn de letsels diep en bloederig. Zware infecties veroorzaken bloedarmoede, vermageren en verlies van eetlust.

Hartwormen: De hartworm komt veel voor in Zuid- en Oost-Europa en wordt door een mug overgebracht. Als er een mannetje en vrouwtje aanwezig zijn in het lichaam kunnen de wormen zich in het lichaam van de besmette hond of kat gaan vermenigvuldigen. De volwassen hartworm woont in de longslagader aan het hart en kan deze in ernstige gevallen grotendeels afsluiten. Preventie van een besmetting is belangrijk omdat het massaal afsterven van de volwassen worm sterfte van de patiënt kan veroorzaken. De worm is pas na 4 tot 6 maanden volwassen. Bij de kat zal de worm zelden volwassen worden en zijn de gevolgen van een besmetting minder erg dan bij de hond. Hartwormen  die volwassen worden in je dier geven hart-en ademhalingsklachten, vermagering en eventueel sterfte. Ernst afhankelijk van hoeveel wormen. Behandeling tegen volwassen worm is zeer moeilijk.

Zorg voor een wormvrij bestaan

  • Pups en kittens ontworm je maandelijks tot zes maanden oud.
  • Oudere dieren ontworm je 4x per jaar. Je kan stoelgang ook laten controleren op wormeieren (maar dat doet bijna niemand). Frequenter indien je dier stoelgang eet, een sterke jager is, veel op speelweides rondloopt. Minder frequent bij een perfect ontvlooide hond die geen rauw vlees eet en veel binnenshuis woont.
  • Longworm kan worden behandeld met Milbemax® (4x behandelen met een wekelijkse interval) of Advocate® (behandeling na 1 maand herhalen).  Een behandeling moet soms meerdere keren worden herhaald. Erg zieke dieren zijn moeilijk te behandelen en kunnen verlijden aan de infectie. 
  • Hartworm is moeilijker te behandelen. Omdat we moeilijk de mug kunnen bestrijden richten we ons op de eventuele besmetting met de worm. Als u naar buitenland reist met je dier, moet u ontwormen bij aankomst en bij thuiskomst. Het massaal afsterven van volwassen wormen levensgevaarlijk voor de patiënt. U moet er dus vooral voor zorgen dat er geen wormen volwassen worden in het hart van je dier! Stronghold pipetten zijn heel effectief om eventueel net binnengekomen larve te doden. De eerste pipet geeft u ten laatste 28 dagen na aankomst in het vakantieland, mag zeker ook vroeger. U herhaalt na 28 dagen de pipet. De laatste pipet geef je 28 dagen na verlaten van het vakantieland Het is heel moeilijk om dieren te behandelen op het moment dat de wormen volwassen zijn geworden, het afsterven van de wormen is heel gevaarlijk. Honden kunnen worden behandeld met een combinatie van medicijnen om de wormen te doden en de veranderingen in de longen tegen te gaan (cortisone). Behandeling is langdurig en de honden moeten 1 maand rust, regelmatige dierenartscontrole, eventuele chirurgie

 

Er zijn wetenschappelijke stellingen die zeggen dat het hebben van een paar wormen gezond is (een groot ander deel ontkent dit dan weer). Maar zoals het schrijft: een paar wormen zijn mogelijks onschadelijk. Maar wormen leggen duizenden en zijn meester in voortplanting. Ontworm dus voldoende en voorkom ten allen tijde erge wormbesmetting. Deze zijn zwaar belastend voor het lichaam van mens en dier. Als u uw hond ontwormt, doodt u bijna alle aanwezige volwassen wormen. Larven (jonge wormen) zijn minder gevoelig voor ontworming.

  • Je kan ontwormen met pasta’s, tabletten en spot-on (druppel in de nek).
  • Niet alle producten bij pups of dracht te gebruiken
  • Sommige producten werken gelijktijdig tegen vlooien, oormijt en/ of wormen.
  • In sommige gevallen kunnen bijwerkingen optreden als: braken, diarree, speekselen, gebrek aan eetlust, agitatie en sloomheid.

Er zijn verschillende tekensoorten met als gekendste de  Ixodes ricinus. Deze komt veel voor en drinkt bloed van schapen, honden, katten, kleine zoogdieren en mensen. De teek kan Lyme disease overbrengen naast andere infecties

Volwassen vrouwtjes zuigen bloed op van de gastheer waar op ze zitten. Het volgezogen vrouwtje laat zich op de grond vallen en zet daar honderden eitjes af. De larven uit de eitjes zoeken een gastheer om bloed op te zuigen. Ook zij laten zich weer op de grond vallen om te vervellen. De huid van de teek groeit namelijk niet mee. Na de eerste vervelling ontstaan nimfen, deze kunnen zich aan grotere gastheren en mensen vastklampen om zich te voeden, in dit stadium gebeuren de meeste infectie-overdrachten van Lyme. Nimfen zullen ook hun gastheer los om te vervellen op de grond. Daaruit ontstaat de volwassen teek, deze kunnen meer dan een jaar zonder voedsel overleven.

Om teken goed te kunnen bestrijden is het belangrijk te weten waar ze zich bevinden en wanneer ze actief zijn. We kunnen inmiddels wel zeggen dat teken het hele jaar door actief zijn. Vroeger was de actieve periode van teken vooral beperkt tot het voor- en najaar. Zodra de temperatuur boven de 7 graden komt, worden ze actief. Vandaar dat de meeste tekenbeten plaatsvinden tussen maart en oktober. Maar in jaren dat het eerder warm is, begint dat al eerder. Teken zitten in de strooisellaag, onder houtsnippers, tussen dode bladeren, in hoog gras, in varens of lage struikjes zoals o.a. bosbessenstruiken. Hier verblijven zij langdurig om te vervellen en zitten ze te wachten op geschikte gastheren om zich aan vast te klampen. Bij dieren gaan ze in de vacht zitten, bij mensen zoeken ze via de kleding een plek om zich aan de huid te kunnen vastzetten om bloed te zuigen.

Zoals de meeste mensen inmiddels wel weten zijn teken verspreiders van ziektekiemen. Als een teek zich vastgebeten heeft, doet hij iets voordat hij bloed gaat zuigen: hij spuit wat speeksel in zijn slachtoffer om te voorkomen dat zijn zuigsnuit verstopt raakt. Met dat speeksel draagt hij ook eventuele ziektekiemen over. De bekendste is de ziekte van Lyme via de Borrelia bacterie. Het is daarom belangrijk om de teek zo snel mogelijk te verwijderen.Gelukkig kun je wel het een en ander doen om je dier te beschermen. Voorkomen is altijd beter dan genezen! Een tekenbeet helemaal voorkomen gaat helaas niet, maar je kunt de kans op een tekenbeet aanzienlijk verkleinen door tekenwerende middelen te gebruiken zoals een tekenband of een pipet.

Spot-on: De zogenaamde spot-on producten komen in de vorm van een pipetje, waarmee je het middel zelf in de nek van jouw hond kan druppelen. Een spot-on product is meestal een maand werkzaam. Om jouw hond te blijven beschermen tegen teken dient deze behandeling vervolgens maandelijks herhaald te worden. Zwemt jouw hond veel? Niet alle middelen behouden hun werkzaamheid. Check hier voor de bijsluiter van het product. Tekenband: Een tekenband is ideaal wanneer je jouw hond langdurig tegen teken wilt beschermen. Tekenbanden kunnen namelijk je dier tot wel acht maanden beschermen tegen teken. De meeste tekenbanden hebben een breukmechanisme. Dit betekent dat wanneer je dier ergens aan blijft hangen de band automatisch breekt. Tabletten: er zijn ook tabletten verkrijgbaar die teken doden en weren. Deze zijn handig en veilig in gebruik. Let op: geen één middel is 100% effectief tegen teken, daarom is het altijd belangrijk om je hond regelmatig te controleren op teken. Plekken waar teken graag zitten zijn de liezen, de oksels en de kop, maar een tekenbeet kan in principe overal zitten! Hoe eerder een teek wordt verwijderd, hoe kleiner de kans dat er ziektes worden overgebracht.

Myiasis wordt veroorzaakt door een grote groene vlieg, officieel Lucillia Sericata geheten. Deze vlieg komt af op open wonden of vieze vacht. Vaak zien we het in de vacht rond de staart wanneer deze smerig is van diarree. Myiasis of madenziekte is een zeer vervelende aandoening waarbij er door de groene vleesvlieg eitjes gelegd worden op de huid van het dier. Dit komt veel voor in de zomermaanden. De vlieg legt eitjes in de vacht die zich binnen 2 dagen ontwikkelen tot larven die zich in eerste instantie onder de vacht verborgen houden. Als de larven ontwikkeld zijn richten zij binnen enkele uren beschadigingen aan de huid aan. De maden voeden zich met vrijgekomen weefselvocht, huid en onderliggend weefsel, waardoor ernstige wonden kunnen ontstaan. Binnen 48 uur hebben de maden zich door de huid heen gegeten en gaan ze het lichaam van het dier binnen.

Een dier met myiasis kan een natte, vieze en stinkende plek op de huid of achterwerk hebben. Verder kunt u de maden vaak zien als u het dier optilt en onder de haren gaat kijken. Wanneer u myiasis bij een dier vermoedt, is dit een spoedsituatie en moet je contact opnemen met een dierenarts. Soms moet u enig uren wachten. In de tussentijd mag je wel maden verwijderen met een pincet. Deze maden eten aan de weefsels van je dier, hoe sneller ze van het dier afzijn, hoe beter. Doe niets anders dan manueel verwijderen van maden. Gebruik geen producten. Laat dit aan de dierenarts over.

Hoe voorkom ik myiasis?           
In een schone, droge en korte vacht treedt bijna nooit myiasis op. Een van de belangrijkste manieren om het te voorkomen is dan ook het voorkomen van diarree en een vuile vacht.  

Giardia is een eencellige parasiet van hond, kat en mens
Het is een van de meest voorkomende darmparasieten bij de hond en de kat. Hoewel een infectie bij veel dieren nauwelijks klachten geeft, kan de parasiet bij sommige dieren een hardnekkige, terugkerende diarree veroorzaken. Bij pups kan deze parasiet tot een fatale infectie leiden.

Een dier wordt besmet door het opeten van de parasiet. Buiten, op plekken waar veel honden en katten komen, is Giardia bijna altijd aanwezig. Als uw huisdier de parasiet heeft doorgeslikt, vermenigvuldigt de parasiet zich in de darmen en nadien zelf ook Giardia uitscheiden. In de omgeving van de patiënt kan de parasiet langdurig aanwezig blijven. Het komt daarom veel voor dat een hond of kat zicht opnieuw besmet.

De meeste dieren met Giardia hebben geen problemen. Als dieren diarree krijgen, kan deze vanzelf weggaan, intermitterend (het gaat en komt) of chronisch (langdurig en continu) zijn. De ontlasting is vaak bleker, stinkt en is vettig. Dieren kunnen afvallen.

Bij vermoeden van Giardia moet u naar de dierenarts. Omdat gezonde dieren in de omgeving de parasiet ook kunnen uitscheiden, en uw zieke dier opnieuw kunnen besmetten, raden wij u aan om alle dieren in een huishouden tegelijkertijd te behandelen. Tijdens de behandeling moet een dier gewassen worden met honden- / kattenshampoo. Dit verwijdert zoveel mogelijk parasieten uit de vacht van de hond of kat. Na het wassen raden wij aan om het dier in een schone omgeving te plaatsen.

Giardia in de omgeving: Giardia-cysten (de parasiet met een schilletje er om heen) kunnen buiten het dier lang overleven. Hoe kouder en vochtiger de omgeving, hoe langer de parasiet infectieus blijft. In water kouder dan 10°C kan deze parasiet bijvoorbeeld tot 3 maanden overleven. In een droge omgeving met direct zonlicht is de cyste “slechts” enkele dagen infectieus. Een droge, lichte ruimte, waar de patiënt minimaal een week niet geweest is, kan worden beschouwd als schoon.
Om een omgeving sneller schoon te maken kunnen heet water / stoom, chloor of UV licht worden gebruikt.

Als je zwanger bent, worden de volgende dingen afgeraden:

  • Alcohol drinken.
  • Roken.
  • Ongepasteuriseerde melkproducten nuttigen.
  • In de tuin werken zonder handschoenen
  • Rood vlees eten en rauwe groenten eten.
  • De kattenbak verschonen.

  

De laatste drie aanbevelingen hebben te maken met dezelfde parasiet van de kat: Toxoplasma

  • Een kat besmet zich door het eten van rood vlees: muizen, vogels, onverhit vlees (60% van de katten heeft ooit Toxoplasma gehad). 
  • De kat heeft daarna gedurende 1-3 weken miljoenen eitjes (oöcysten) in de ontlasting. Dat kan gepaard gaan met diarree, maar dat hoeft niet.  
  • Daarna is de kat (op een enkele uitzondering na) levenslang immuun. Daarom komt de parasiet vooral bij jonge katten voor.
  • In de omgeving (moestuin / tuin) kunnende oöcysten nog jaren lang infectieus blijven.
  • Wormen, muizen, vogels, schapen en koeien besmetten zich via de “tuin”. 
  • Als een kat (delen van) een besmet dier eet, is de cirkel rond.

    

De oöcysten zijn gevaarlijk voor de ongeboren baby en kunnen leiden tot een miskraam, overlijden vlak na de geboorte, of hersenschade die pas op latere leeftijd zichtbaar wordt. 

Het duurt 1 tot 3 dagen voordat de oöcyste in de kattenpoep u kan besmetten. Als u de kattenbak elke dag schoonmaakt, vormt hij geen gevaar. 

De kat zelf vormt geen gevaar en hoeft het huis niet uit.
Belangrijkere besmettingsbronnen van Toxoplasma zijn:

  • Werken in de tuin (en met vieze handen eten)
  • Besmette rauwe groenten eten
  • Rood vlees eten

  

Er zijn geen desinfectiemiddelen tegen Toxoplasma. Kokend water (stoom) doodt de oöcyste wel.

Voor meer info zie onder parasitaire huidaandoeningen.

Cute dog behind the kitchen table
Ragdoll cat small kitten at home

Producten

Toont alle 4 resultaten